Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Hoe de Pijler 2-vereiste wordt vastgesteld

De Pijler 2-vereiste (Pillar 2 requirement – P2R) is een aanvullende kapitaaleis per bank voor het dekken van risico’s die met de minimumkapitaaleis (de zogenoemde Pijler 1) onvoldoende of niet in aanmerking worden genomen.

ECB-Bankentoezicht hanteert een vierstappenbenadering om de Pijler 2-vereiste voor individuele banken op basis van specifieke risicofactoren te bepalen. Elk van de vier stappen is even belangrijk. Deze benadering resulteert in eerste instantie in een holistische Pijler 2-vereiste op basis van een algehele beoordeling van het risicoprofiel van de bank. Die wordt later gecombineerd met een diepgaandere analyse van elke afzonderlijke risicodeterminant om de uiteindelijke Pijler 2-vereiste per risico te kunnen afleiden.

Stap 1

In stap 1 stelt het gezamenlijk toezichthoudend team (JST) voor de bank een initiële Pijler 2-vereiste vast op basis van de uitkomsten van de elementen 1, 2 en 3 van de procedure voor prudentiële toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process – SREP):

  • de beoordeling van het bedrijfsmodel en de winstgevendheid
  • de beoordeling van de interne governance en het risicomanagement
  • de beoordeling van de kapitaalrisico’s aan de hand van specifieke risico’s (kredietrisico, marktrisico, operationeel risico en renterisico in het bankboek).

In deze stap selecteert het JST de passende initiële Pijler 2-vereiste binnen een categorie van mogelijke waarden op basis van de beoordeling van het totale risico voor het kapitaal van de bank. Deze beoordeling wordt uitgevoerd door wegingsfactoren voor Pijler 2-risico’s toe te passen op de scores van de bovengenoemde SREP-elementen en door rekening te houden met de specifieke situatie van de bank, onder meer wat betreft de betrouwbaarheid van het interne proces van de bank ter beoordeling van de kapitaaltoereikendheid (internal capital adequacy assessment process – ICAAP).

Deze initiële Pijler 2-vereiste is slechts een uitgangspunt en kan verschillen van de uiteindelijke Pijler 2-vereiste die voor de bank wordt vastgesteld. Er kunnen zich veranderingen voordoen als gevolg van de risicobeoordelingen die in de volgende stappen worden uitgevoerd.

Stap 2

In stap 2 splitst het JST de initiële Pijler 2-vereiste uit naar verschillende opslagfactoren per risico. Het doel is initiële opslagfactoren vast te stellen voor de risico’s in verband met het bedrijfsmodel van de bank, de interne governance en het risicomanagement, en de risico’s voor het kapitaal.

Bij de uitsplitsing naar risico wordt rekening gehouden met informatie uit het ICAAP en de Pijler 1-vereiste van de bank. Zo zorgen we ervoor dat risico’s die reeds in Pijler 1 worden afgedekt, niet tweemaal worden meegeteld.

Aangezien de ICAAP-werkwijzen van bank tot bank verschillen, kan het JST beslissen op welke manier zijn beoordeling van het ICAAP van een specifieke bank wordt meegenomen in de totale Pijler 2-vereiste en de risicosamenstelling.

Het ICAAP wordt steeds belangrijker in deze procedure, naarmate de ECB de banken ertoe aanzet hun ICAAP-werkwijzen te verbeteren. Meer informatie over hoe de ECB banken aanmoedigt hun ICAAP-regelingen te verbeteren is te vinden in het ECB-verslag over de ICAAP-werkwijzen van banken en het artikel daarover in de Supervision Newsletter.

Stap 3

In stap 3 toetst het JST de initiële opslagfactoren per risico die het resultaat zijn van stap 2. Daarbij kijkt het naar verschillende informatiebronnen, zoals belangrijke risico-indicatoren, de ICAAP-uitkomsten van de bank, vergelijkende analyses en bevindingen van inspecties ter plaatse en diepgaande onderzoeken. Bij deze stap wordt alle beschikbare informatie in overweging genomen om ervoor te zorgen dat individuele opslagfactoren per risico alle relevante risico’s voldoende dekken en consistent zijn voor banken met vergelijkbare activiteiten.

Met behulp van specifieke instrumenten wordt de informatie uit de verschillende bronnen samengebracht om een grondige horizontale benchmarking mogelijk te maken bij de toetsing van de initiële opslagfactoren per risico.

Stap 4

In stap 4 bepaalt het JST de uiteindelijke opslagfactoren per risico die leiden tot de definitieve Pijler 2-vereiste. Aan de hand van deskundig oordeel wordt op basis van de uitkomst van stap 3 beslist hoe groot elke opslagfactor per risico moet zijn. Deze beslissingen worden gestaafd aan de hand van de Pijler 2-risicodeterminanten achter elke risico-opslagfactor.

Bij het vaststellen van de uiteindelijke opslagfactoren per risico houdt het JST de specifieke situatie van de bank voor ogen. De opslagfactor voor kredietrisico kan bijvoorbeeld het resultaat zijn van tekortkomingen die bij een recente inspectie ter plaatse aan het licht zijn gekomen. Individuele opslagfactoren kunnen worden aangepast om mogelijke dubbeltellingen te voorkomen wanneer dezelfde risicodeterminanten tegelijkertijd in verschillende risicocategorieën worden behandeld. Ook andere toezichtsmaatregelen kunnen worden genomen om de specifieke situatie van de bank aan te pakken.

Communicatie

De ECB deelt de voornaamste punten van zorg en de belangrijkste determinanten van de afzonderlijke Pijler 2-vereisten aan banken mee in het SREP-besluit en vat deze ook samen in de Executive Letter bij het SREP-besluit. Het doel van die brief is om de focus te verscherpen en de transparantie te vergroten over de belangrijkste punten van zorg bij het toezicht en de voornaamste risicodeterminanten van de Pijler 2-vereiste van de bank.

Zijn we van plan onze methodologie te herzien?

De Pijler 2-methodologie van de ECB is in overeenstemming met de SREP-richtsnoeren van de EBA. We werken ook voortdurend aan de verbetering van onze methodologie om de gevoeligheid per risico te vergroten. Zo werken we de methodologie regelmatig bij op basis van de lessen die we uit elke SREP-cyclus trekken. We doen ook nader onderzoek naar de mogelijke effecten van specifieke individuele risicodeterminanten op het kapitaal van banken. In de nabije toekomst willen we ook een structurele evaluatie uitvoeren van de doeltreffendheid en doelmatigheid van onze methodologie voor de Pijler 2-vereiste. Gezien de complexiteit van dit onderwerp zal die evaluatie hoogstwaarschijnlijk het hele jaar 2024 vergen.

Klokkenluiders