De ECB houdt een lijst bij van alle belangrijke instellingen (significant institutions) onder haar direct toezicht en minder belangrijke instellingen (less significant institutions) waarop ze indirect toezicht houdt.
De lijst van onder toezicht staande instellingen wordt regelmatig bijgewerkt, rekening houdend met alle tot op de afsluitingsdatum genomen besluiten over de significantiestatus van banken.
Inleiding bij de lijst (inclusief rechtsgrondslag)
Elk jaar beoordeelt de ECB de status (belangrijk of minder belangrijk) van alle banken in het Europees bankentoezicht. Indien nodig voert ze tijdens het jaar ook ad-hocbeoordelingen uit, bijvoorbeeld bij de verlening of intrekking van een vergunning of wanneer de structuur van een groep verandert.
Naar aanleiding van de jaarlijkse toetsing van 2020 werd de lijst van belangrijke instellingen als volgt veranderd:
Nadere informatie over veranderingen als gevolg van de jaarlijkse toetsing
Naast de jaarlijkse toetsing heeft ook de toetreding van Bulgarije en Kroatië tot het Europees bankentoezicht in 2020 ertoe geleid dat vijf Bulgaarse en acht Kroatische banken nu als belangrijke instellingen worden aangemerkt. Bovendien zijn drie banken van de lijst van belangrijke instellingen geschrapt als gevolg van een methodologische wijziging die dubbeltellingen moet vermijden.
In de GTM-kaderverordening worden de volgende categorieën onder toezicht staande instellingen genoemd: