Veelgestelde vragen over de SREP van de toekomst
Waarom evalueren we de SREP?
Onze toezichtsprocedures hebben hun waarde bewezen, maar het landschap waarin we opereren verandert, met structurele verschuivingen, schokken van buitenaf en nieuwe risico’s die een omgeving met grote onzekerheid creëren. Onze taak is de banken in Europa veilig te houden. Om dat te kunnen blijven doen, hebben we de SREP herzien zodat deze toekomstbestendig blijft en onze toezichtsprocedures nog effectiever en efficiënter worden. We hebben daarbij rekening gehouden met feedback uit de evaluatie van de SREP door een groep van deskundigen en een verslag van de Europese Rekenkamer over hoe de SREP te stroomlijnen.
Wat willen we met de SREP-evaluatie bereiken?
De maatregelen die we naar aanleiding van de evaluatie hebben genomen zullen leiden tot eenvoudigere, flexibelere toezichtprocedures en een kortere SREP-tijdlijn. Daarnaast komt de focus van het toezicht meer te liggen op belangrijke risico’s, specifieke kwalitatieve beoordelingen per bank en zo nodig krachtig en tijdig ingrijpen. Tot slot zullen de veranderingen ons helpen duidelijker te communiceren met de banken waarop we toezicht houden en ons werk efficiënter, transparanter en voorspelbaarder maken.
Wat verandert er aan de SREP?
- Uitgebreide planning: onze toezichtswerkzaamheden worden beter afgestemd op de jaarlijkse toezichtsprioriteiten van de Raad van Toezicht. Dit zal de toezichthouders helpen hun werkzaamheden gedurende het jaar te plannen, rekening houdend met de externe omgeving en bankspecifieke risico’s.
- Meerjarige beoordeling: op basis van onze positieve ervaring met de meerjarige beoordeling, die we voor het eerst in de SREP-beoordelingscycli van 2023 en 2024 hebben ingevoerd, gaan we deze benadering in de toekomst voor de hele SREP hanteren. Dit betekent dat we de risico’s van banken op holistische wijze blijven beoordelen, maar onze teams zullen elk jaar prioriteit geven aan enkele specifieke modules en de rest op een later moment beoordelen conform het risicotolerantiekader.
- Flexibel risicobeoordelingssysteem: bepaalde risicobeoordelingen die geen verband houden met de publicatie van de jaarlijkse financiële rapportage in maart – denk aan beoordelingen van bedrijfsmodellen, interne governance en andere kwalitatieve onderwerpen – kunnen flexibeler worden uitgevoerd op een ander tijdstip in het jaar, te bepalen door het gezamenlijk toezichthoudend team (JST). Dit maakt grotere efficiëntie mogelijk bij het uitvoeren van kwantitatieve beoordelingen en vermindert tegelijk de duur van de gehele procedure.
- Evenredigheid: dit beginsel is verankerd in het bankentoezicht van de ECB en wordt in toenemende mate toegepast op de hele SREP. We vereenvoudigen bijvoorbeeld onze interne rapportages voor kleinere banken.
- Toezichtsmethodologie: onze methodologie vormt een stevige basis en onze toekomstige evaluaties zullen gericht zijn op opkomende risico’s en vereenvoudiging. Zo herzien we momenteel onze methodologie voor de Pijler 2-vereiste om deze eenvoudiger en transparanter te maken.
- IT en analytische instrumenten: we blijven gebruikmaken van technologie om onze toezichtsprocedures bij te sturen en te verbeteren aan de hand van de meest recente innovaties.
- Duidelijke en beknopte besluiten: we korten de SREP-besluiten in door ons te richten op de belangrijkste toezichtsaspecten, verwachtingen te formuleren en zo nodig daadkrachtige maatregelen voor te stellen. Dit leidt ook tot een verkorting van het SREP-tijdschema, aangezien minder tijd nodig is voor de opstelling, juridische beoordeling en vertaling.
Veranderen jullie de manier waarop jullie de kapitaalvereisten berekenen? En zo ja, wanneer?
We willen onze procedure voor het bepalen van kapitaalvereisten efficiënter maken. De P2R blijft in de SREP verankerd en geeft zo het algemene beeld van de toezichthouders over het risicoprofiel van een bank weer. De herziene P2R-methodologie zal een eerste testfase ondergaan en wordt ten vroegste in 2026 toegepast. Belanghebbenden en de sector worden tijdig op de hoogte gebracht van mogelijke veranderingen.
Welke stappen zijn er al gezet?
We hebben al stappen gezet om onze toezichtsprocessen te verbeteren door prioritering. Zo hebben we in 2023 een nieuw risicotolerantiekader ingevoerd en zijn we begonnen met het uitvoeren van een meerjarige beoordeling voor de SREP. Sinds de start van het Europees bankentoezicht in 2014 zijn we meer en meer gebruik gaan maken van best practices en case study’s, en in 2021 zijn we begonnen met het uitgeven van een executive letter als onderdeel van het SREP-besluit aan banken, met het oog op meer transparantie over toezichtskwesties. Ten slotte hebben we benchmarking-activiteiten vereenvoudigd en de gegevensverwerking en -analyse verbeterd door repetitieve stappen te automatiseren.
Hoe gaat het verder?
We volgen een getrapte aanpak en voeren de veranderingen uit in de SREP-cyclus van 2025, die eindigt in oktober, en in de cyclus van 2026, die eindigt in september, in overeenstemming met de geleidelijke herzieningen die de komende twee jaar worden doorgevoerd. Zo worden de meerjarige beoordeling, het flexibele beoordelingssysteem en de kortere SREP-besluiten ingevoerd in de SREP-cyclus voor 2025, terwijl de nieuwe P2R-methodologie van toepassing wordt in de cyclus van 2026.
Deze geleidelijke aanpak zorgt ervoor dat de wijzigingen verenigbaar zijn met de tijdschema’s van andere gerelateerde procedures en dat alle relevante belanghebbenden worden betrokken. We volgen de voortgang en de Raad van Toezicht zal stilstaan bij de ontwikkelingen en lessen trekken uit de uitvoering van deze maatregelen.