Toezicht op LSI’s
Minder belangrijke instellingen (less significant institutions – LSI’s) zijn kleine en middelgrote banken die onder direct toezicht staan van hun nationale bevoegde autoriteit (national competent authority – NCA) en onder overkoepelend toezicht (oversight) van de ECB.
Hieronder vindt u antwoorden op enkele van de meest gestelde vragen over het toezicht op LSI’s.
Een samenvatting van de organisatie van het toezicht op LSI’s, de activiteiten die de ECB en de NCA’s uitvoeren en de structuur en de risicosituatie van de LSI-sector in Europa is te vinden in het verslag over het toezicht op LSI’s.
Verslag van het LSI-toezicht 2022Wat maakt een bank belangrijk?
Alle onder toezicht staande entiteiten worden standaard als minder belangrijk aangemerkt.
Ze worden pas belangrijk – en vallen dan onder het directe toezicht van de ECB – als ze voldoen aan ten minste één van de criteria uit de verordening betreffende het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (single supervisory mechanism – SSM). Via de links hieronder komt u meer te weten over deze criteria.
Wie houdt toezicht op LSI’s?
De LSI's staan onder direct toezicht van hun nationale toezichthouder, terwijl de ECB indirect toezicht (oversight) houdt. De ECB is daarnaast verantwoordelijk voor het directe toezicht op belangrijke instellingen (significant institutions – SI’s).
Als u wilt weten of een bank een SI of een LSI is – en dus wie er toezicht op houdt – kunt u de lijst van onder toezicht staande entiteiten van de ECB raadplegen. De ECB beoordeelt de significantie van alle banken minstens een keer per jaar.
Wat is evenredigheid bij het toezicht?
In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel worden de verwachtingen en vereisten van de toezichthouder afgestemd op de omvang, de systeemrelevantie en het risicoprofiel van de onder toezicht staande banken, zodat de middelen voor het toezicht efficiënt worden ingezet.
In het SSM wordt de evenredigheid bij het toezicht op verschillende manieren toegepast. Het classificatiesysteem is een belangrijk middel om effectieve evenredigheid te waarborgen. Dit vertaalt zich ook in de rapportage en de verwachtingen (bijvoorbeeld over governanceregelingen en autorisatieprocedures) op het vlak van toezicht, alsook in de intensiteit en de omvang van de dagelijkse toezichtsactiviteiten en -beoordelingen. In het classificatiesysteem van de ECB wordt een onderscheid gemaakt tussen LSI’s met een grote impact en LSI’s met een hoog risico, maar dit laatste type wordt alleen intern gebruikt voor doeleinden van toezichtsintensiteit. Ook de criteria voor kleine en niet-complexe instellingen (small and non-complex institutions – SNCI’s) in de verordening kapitaalvereisten (Capital Requirements Regulation – CRR) zijn van cruciaal belang om de evenredigheid te waarborgen.
Wat is een SNCI?
Het begrip SNCI’s werd in de tweede verordening kapitaalvereisten (CRR II) ingevoerd.
Om een SNCI te zijn, moet een instelling voldoen aan de negen criteria die worden opgesomd in artikel 4, lid 1, punt 145 van de CRR.
Het is aan de banken om te bepalen of ze SNCI’s zijn, en in beginsel moeten ze dit doorlopend doen. LSI’s moeten hun NCA op de hoogte brengen wanneer hun status verandert, d.w.z. als ze een SNCI worden of als ze niet langer voldoen aan alle criteria van de CRR. Ook de NCA’s kunnen banken die onder hun toezicht staan aanmerken als SNCI volgens de criteria van de CRR en dit aan de betrokken banken meedelen.
Wat is er nodig voor een vergunning?
De ECB is verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen aan alle banken – zowel aan belangrijke als aan minder belangrijke instellingen – in het SSM, in samenwerking met de NCA’s.
Meer informatie over vergunningenMoet mijn bank een toezichtsvergoeding betalen?
Alle banken die onder toezicht van de ECB staan, hetzij direct of indirect, moeten jaarlijks een toezichtsvergoeding betalen, die wordt berekend op basis van het belang en het risicoprofiel van een bank.
Alles over toezichtsvergoedingen