Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Wat zijn minder belangrijke instellingen?

13 december 2022

Alle onder toezicht staande entiteiten worden standaard als minder belangrijk (less significant institutions – LSI’s) aangemerkt. Ze worden pas belangrijk – en vallen dan onder het directe toezicht van de ECB – als ze voldoen aan ten minste één van de criteria uit de verordening over het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (single supervisory mechanism – SSM). Deze criteria hebben onder meer betrekking op de grootte van de bank, het belang van de bank voor de economie van het eigen land of de EU als geheel, en de omvang van de grensoverschrijdende activiteiten. Vanaf oktober 2022 zijn 111 banken ingedeeld als belangrijke instellingen (significant institutions – SI’s) en ruim 2.000 banken als LSI’s.

Veel LSI’s verlenen hun diensten binnen kleinere gemeenschappen of regio’s. Zo behoren de meeste spaarbanken en coöperatieve banken tot deze groep. Bovendien kunnen LSI’s meer gespecialiseerde diensten en producten aanbieden dan SI's, zoals autofinanciering, hypotheekverstrekking, leningen aan specifieke sectoren en diensten op het gebied van effectenclearing en -afwikkeling.

De LSI's staan onder toezicht van hun nationale toezichthouder(s), waarbij de ECB toezicht (oversight) houdt op het functioneren van het systeem. De ECB is daarnaast verantwoordelijk voor het directe toezicht op SI's. Het toezicht en oversight zijn in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Dit zorgt ervoor dat de verwachtingen en vereisten van de toezichthouder afgestemd zijn op de omvang, de systeemrelevantie en het risicoprofiel van de onder toezicht staande banken, zodat de middelen voor het toezicht efficiënt worden ingezet. Niettemin moeten alle banken zich aan minimumnormen houden en daarvoor kan niet om redenen van evenredigheid ontheffing worden verleend.

Om deze evenredige behandeling te vergemakkelijken, worden banken ingedeeld op basis van hun kenmerken. Dit betekent dat het onderscheid tussen SI’s en LSI’s een belangrijk uitgangspunt is voor de toepassing van evenredigheid. Een verder onderscheid tussen LSI’s is mogelijk na de introductie van kleine en niet-complexe instellingen (SNCI’s) als gevolg van de herziene verordening kapitaalvereisten (CRR II). Bankspecifieke eigenschappen zoals risicoprofiel, bedrijfsmodel, grensoverschrijdende activiteiten en omvang zijn aanvullende factoren die worden gebruikt om het passende niveau van toezichtsintensiteit (van frequentie, reikwijdte en diepgang van de prudentiële toetsingen) en toezichtsrapportages te bepalen.

ZIE OOK

Meer informatie over verwante onderwerpen

GTM-KADERVERORDENING

De GTM-kaderverordening beschrijft de institutionele betrekkingen en procedures binnen het Europees bankentoezicht.

GTM-kaderverordening

LIJST VAN ONDER TOEZICHT STAANDE BANKEN

De ECB houdt een lijst bij van alle belangrijke instellingen onder haar direct toezicht en minder belangrijke instellingen waarop ze indirect toezicht houdt.

Lijst van onder toezicht staande banken

TOEZICHT OP LSI’s

Hier krijgt u antwoord op enkele van de meest gestelde vragen over het toezicht op LSI’s.

Toezicht op LSI’s
Klokkenluiders