Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
  • PERSBERICHT

ECB houdt kapitaalvereisten in 2023 gelijk, want de banken blijven schokbestendig

8 februari 2023

  • Banken hebben solide kapitaal- en liquiditeitsposities, hun SREP-scores waren vrijwel onveranderd
  • Tier 1-kernkapitaal: gewogen gemiddelde van Pijler 2-vereisten 1,1%, gelijk aan vorig jaar
  • Tier 1-kernkapitaal: gewogen gemiddelde van het totale vereiste en aanbevolen kapitaal gestegen van 10,4% tot 10,7% door effecten macroprudentieel beleid
  • Kredietrisico en interne governance blijven belangrijke aandachtspunten voor de toezichthouder

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft vandaag de uitkomsten van de procedure voor prudentiële toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process – SREP) voor 2022 gepubliceerd. De procedure behelst een algehele beoordeling van de uitdagingen waarvoor SI’s (significant institutions – belangrijke instellingen) staan, alsook de bijbehorende kapitaalvereisten en andere toezichtsmaatregelen waaraan banken geacht worden zich komend jaar te houden, zodat ze beter tegen deze uitdagingen zijn opgewassen.

De SREP werd gehouden tegen de achtergrond van verslechterende omstandigheden in de economie en op de financiële markten vanwege de Russische inval in Oekraïne. Hoewel de vooruitzichten in de loop van het jaar minder werden, zorgden de stijgende rentetarieven voor verbetering van de winstgevendheid en de kapitaalopbouw. Gemiddeld genomen behielden de banken hun solide kapitaal- en liquiditeitsposities, waarbij de overgrote meerderheid meer kapitaal aanhield dan in de kapitaalvereisten en -aanbevelingen van de vorige SREP-cyclus was bepaald. Ook de SREP-scores waren over het algemeen vrijwel onveranderd.

Volgens Andrea Enria, voorzitter van de Raad van Toezicht van de ECB, hebben de banken de economische gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne goed op kunnen vangen, dankzij hun sterke kapitaal- en liquiditeitsposities, hun grotere winstgevendheid en de voortdurende kwaliteitsverbetering van de activa. ‘Zolang de oorlog voortduurt blijven er echter uitdagingen, en de effecten van de stijgende rente dienen nauwlettend gevolgd te worden. De banken moeten hardnekkige zwakke punten, met name in hun kaders voor risicobeheersing en governance, aanpakken en toekomstige ontwikkelingen zorgvuldig beoordelen.’

De ECB is in 2022 met enkele initiatieven gestart om banken te stimuleren in te spelen op structurele veranderingen op de middellange termijn, zoals de digitalisering van het financiële stelsel en de overgang naar een groene economie. Deze initiatieven hadden tot doel om de uitkomsten van het themaonderzoek naar klimaat- en milieurisico’s en van de klimaatstresstest in de SREP op te nemen. De ECB is ook gestart met een project om binnen de banksector informatie te verzamelen waarmee de voortgang bij de digitale transformatie en de aanpassing van bedrijfsmodellen kan worden gemonitord.

Het gewogen gemiddelde van de Pijler 2-vereisten (P2R) dat de ECB voor komend jaar heeft vastgesteld is met 2,0% van de risicogewogen activa (RWA) in lijn met de vereisten voor eerdere jaren. In 2022 was dit 1,9%.

Ook de P2R voor tier 1-kernkapitaal bleef met 1,1% min of meer onveranderd voor 2023.

Aangezien er in 2022 geen SSM-brede kapitaalstresstest is gehouden, zijn de Pijler 2-aanbevelingen (P2G) vrijwel gelijkgebleven, met een gemiddelde van 1,3%.

De SREP voor 2022 heeft geleid tot P2R-toevoegingen voor niet-renderende posities bij 24 banken die niet voldeden aan de verwachtingen van de ECB ten aanzien van de dekking van niet-renderende leningen die vóór 26 april 2019 zijn verstrekt. De instellingen worden aangemoedigd in deze leemten te voorzien. Aan het einde van de SREP-cyclus kwam het totale tekort in de NPL-voorzieningen overeen met 7 basispunten van de RWA. Banken die het tekort in hun voorzieningen ten opzichte van de verwachtingen van de ECB actief aanvullen, kunnen deze nieuwe opslag in de loop van 2023 snel verminderen, nog vóór de volgende SREP-beoordeling.

Bij een paar banken met zeer grote risicoposities dan wel sterk tekortschietende controles ten aanzien van hefboomfinanciering werd eveneens een kapitaalopslag in de P2R opgenomen.

Het was voor het eerst dat de ECB het risico van buitensporige hefboomwerking in het kader van de SREP heeft beoordeeld. Het doel daarbij was vast te stellen voor welke banken kwalitatieve maatregelen of P2R ten aanzien van hun hefboomratio nodig waren. Op grond hiervan heeft de ECB aan vier banken kwalitatieve maatregelen opgelegd.

Het gemiddelde van het totale vereiste en aanbevolen kapitaal is verhoogd van 14,7% van de RWA in de vorige SREP-cyclus naar 15,0% in de komende periode.

Het gemiddelde van het totale vereiste en aanbevolen tier 1-kernkapitaal (CET1) is verhoogd van 10,4% van de RWA in 2022 tot ongeveer 10,7% in 2023. Aan het einde van het derde kwartaal van 2022 hielden de SI’s in totaal 14,7% van hun RWA aan tier 1-kernkapitaal aan.

Deze verhoging van het totale vereiste en aanbevolen kapitaal hangt hoofdzakelijk samen met de effecten van macroprudentieel beleid van de nationale bevoegde autoriteiten. In 2022 hebben verschillende NCA’s voor begin 2023 verhogingen van de anticyclische kapitaalbuffers en systeemrisicobuffers aangekondigd, waardoor het gemiddelde van de gecombineerde buffervereisten in het eerste kwartaal van 2023 uitkwam op 3,8% RWA, tegenover 3,6% in het eerste kwartaal van 2022.

De gemiddelde algehele SREP-score bleef in 2022 vrijwel gelijk: 92% van de banken haalden dezelfde algehele SREP-score als in 2021. Van de resterende 8% scoorde de helft slechter.

De kwalitatieve maatregelen die de ECB heeft opgelegd hadden vooral betrekking op de interne governance en het kredietrisico. Dat komt doordat de toezichthouders meer in het algemeen hebben gekeken naar de kwaliteit van de kaders voor interne beheersing en risicobeheer en naar de effectiviteit van de leidinggevende organen van de banken, overeenkomstig de toezichtsprioriteiten voor 2022-2024.

Uit de bevindingen ten aanzien van de interne governance komen vraagtekens naar voren bij de effectiviteit en samenstelling van leidinggevende organen, hun collectieve geschiktheid en hun rol bij het risicotoezicht. De belangrijkste punten van zorg bij het risicobeheer van banken zijn het ontbreken van duidelijkheid over hun risicobereidheid en ontoereikende methoden voor de beoordeling en het beheer van klimaat- en milieurisico’s.

De ECB heeft verder bij veel banken een tekort aan mensen en middelen geconstateerd bij alle controlefuncties (risicobeheer, compliance en interne audit). Daarbij hadden veel banken de samenstelling en rapportage van risicogegevens onvoldoende verbeterd. Hierdoor werd de kwaliteit van de gegevens negatief beïnvloed en was het voor de banken moeilijker om andere dan standaardrapporten te produceren. Ook blijven IT-systemen vaak gefragmenteerd en sluiten ze niet (goed) op elkaar aan, wat het samenstellen en rapporteren van gegevens belemmert.

Door de oorlog in Oekraïne zijn de operationele en IT-/cyberrisico’s bovendien toegenomen, waardoor banken gedwongen worden tekortkomingen in hun uitbestedingsafspraken en hun IT-beveiligings- en cyberweerbaarheidskaders aan te pakken.

Ondanks de verdere daling van de NPL’s zijn de kredietrisicoscores van meer dan de helft van de betrokken banken gelijkgebleven. Er deden zich tekenen van latent kredietrisico voor, waarbij de Fase 2-ratio’s en -forbearance nog altijd hoger waren dan vóór de pandemie, terwijl de bijbehorende Fase 2-dekking bij veel banken onder het niveau van vóór de pandemie was gezakt. De scores berustten in 2022 nog altijd op hardnekkige tekortkomingen in het risicobeheer, met name bij de classificatie van leningen en de implementatie van de EBA-richtsnoeren inzake kredietverstrekking en -bewaking.

De media kunnen met hun vragen terecht bij Andrea Zizola, tel. +49 170 2292502.

Toelichting

  • Bij de jaarlijkse SREP onderzoeken de toezichthouders de risico's van banken en stellen ze voor iedere bank afzonderlijk kapitaalvereisten en -aanbevelingen op (naast de wettelijke minimumkapitaaleisen). Voor de SREP worden vier belangrijke elementen beoordeeld: de levensvatbaarheid en houdbaarheid van bedrijfsmodellen, de toereikendheid van de interne governance en het risicomanagement, kapitaalrisico’s, en liquiditeits- en financieringsrisico's. Aan elk element wordt een score toegekend tussen 1 en 4 (waarbij 1 de hoogste en 4 de laagste score is). Deze scores worden samengevoegd tot een algehele SREP-score (eveneens van 1 tot 4).
  • De SREP-beoordelingscyclus van 2022 was doorgaans gebaseerd op gegevens per ultimo 2021. De uit de SREP van 2022 voortvloeiende besluiten gelden in 2023.
  • De gecombineerde buffervereisten omvatten de kapitaalconserveringsbuffer, de anticyclische kapitaalbuffer en de systeembuffers. Dit zijn juridische vereisten die uit de Europese richtlijn kapitaalvereisten (Capital Requirements Directive – CRD IV) voortvloeien of die door de nationale autoriteiten zijn vastgesteld. Systeembuffers omvatten buffers voor mondiaal systeemrelevante instellingen (global systemically important institutions), andere systeemrelevante instellingen (other systemically important institutions) en systeemrisico.
  • De toezichthouder verwacht dat banken op basis van de SREP kapitaal aanhouden dat bestaat uit twee delen. Het eerste is het Pijler 2-vereiste (Pillar 2 requirement – P2R), ter dekking van risico's die in Pijler 1 niet of onvoldoende in aanmerking worden genomen. Het tweede is de Pijler 2- aanbeveling (Pillar 2 guidance – P2G), die het kapitaalniveau aangeeft dat een bank moet aanhouden om een buffer te hebben die groot genoeg is om stresssituaties het hoofd te kunnen bieden. Dit wordt vooral beoordeeld aan de hand van het ongunstige scenario van de in het kader van het toezicht uitgevoerde stresstests. De P2R is bindend en het niet naleven ervan kan directe juridisch gevolgen hebben voor banken; de P2G is niet bindend.
  • Het totale vereiste en aanbevolen kapitaal bestaat uit het Pijler 1- + het Pijler 2-vereiste + het gecombineerde buffervereiste + de Pijler 2-aanbeveling. Zie de toezichtsmethodiek voor nadere informatie over de samenstelling van de kapitaalstapel. Alle cijfers worden weergegeven als percentage van de risicogewogen activa.
  • Fase 2-leningen zijn activa waarvan het kredietrisico sinds de opname en eerste waardering is toegenomen.
CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media
Klokkenluiders