1 Inleiding
De toezichtsprioriteiten voor 2025-2027 weerspiegelen de middellangetermijnstrategie van ECB-Bankentoezicht voor de komende drie jaar. Deze prioriteiten worden vastgesteld door de Raad van Toezicht van de ECB en jaarlijks herzien. Ze zijn gebaseerd op een alomvattende beoordeling van de belangrijkste risico’s en kwetsbaarheden voor onder toezicht staande entiteiten. Ook houden ze rekening met de uitkomsten van de procedure voor prudentiële toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process – SREP)[1] en met de vooruitgang ten opzichte van de prioriteiten van voorgaande jaren. De prioriteiten ondersteunen de efficiënte besteding van beschikbare toezichtsmiddelen en kunnen flexibel worden aangepast als veranderingen in het risicolandschap dit rechtvaardigen.
De Europese banksector heeft het afgelopen jaar blijk gegeven van veerkracht in het licht van een onzekere externe omgeving en heeft laten zien het economisch herstel te kunnen blijven ondersteunen. Europese banken rapporteren een sterke kapitaal- en liquiditeitspositie. De kwaliteit van hun activa is over het algemeen bestand gebleven tegen het uitdagender macrofinanciële klimaat, waarbij hun winstgevendheid de hoogste niveaus bereikte sinds de oprichting van het Europees bankentoezicht, met name als gevolg van de hogere rentetarieven.
Ondanks de robuustheid van de balansen en het risicoprofiel van de banken is voorzichtigheid geboden gezien de aanhoudend hoge geopolitieke spanningen en de daarmee samenhangende onzekerheid over de macro-economische vooruitzichten. Hoewel de onder toezicht staande entiteiten tot dusver in staat zijn geweest de recente geopolitieke schokken op te vangen, onder meer ondersteund door de brede veerkracht van de reële economie, is het cruciaal dat banken waakzaam blijven en regelmatig nagaan welke gevolgen dergelijke gebeurtenissen zouden kunnen hebben voor hun bedrijf, activiteiten en risicoprofiel. In dit verband blijft het aanpakken van tekortkomingen in de kredietrisicobeheersing van banken een prioriteit, met name wat betreft het vroegtijdig vaststellen van verslechterende activakwaliteit en het inzetten van een prudent niveau van de voorzieningen. Bovendien is het essentieel dat de operationele weerbaarheid van de banken wordt verbeterd om ze beter bestand te maken tegen eventuele operationele verstoringen als gevolg van plotselinge gebeurtenissen. De brede impact van geopolitieke schokken vraagt om een holistische toezichtsstrategie en bijzondere aandacht voor het vermogen van banken om dergelijke schokken op te vangen binnen het kader van de toezichtsprioriteiten.
Tegelijkertijd moeten banken hun inspanningen verder opvoeren om materiële tekortkomingen die de toezichthouders in eerdere cycli hebben vastgesteld effectief aan te pakken en deze tijdig te verhelpen. Op gebieden die in het verleden bijzondere aandacht van het toezicht kregen, zullen de inspanningen van de toezichthouders gericht zijn op het effectief en tijdig verhelpen van vastgestelde tekortkomingen door banken. Dit geldt in het bijzonder voor de aggregatie van risicogegevens en risicorapportage (RDARR). Op dit vlak hebben sommige banken nog steeds grote tekortkomingen niet aangepakt, ondanks langdurig contact met toezichthouders en gesignaleerde verbeteringen. Daarnaast blijft het volledig naleven van de toezichtsverwachtingen ten aanzien van de beheersing van klimaat- en milieurisico’s (C&E-risico’s) door banken een prioriteit.
Aangezien technologische vooruitgang een prioriteit wordt voor de toekomst van de banksector, is het ten slotte essentieel dat banken hun digitaliseringsinspanningen opvoeren en zorgen voor een prudent beheer van de risico’s die voortvloeien uit de invoering van nieuwe technologieën. De onder toezicht staande entiteiten boeken op dit gebied vooruitgang en hiermee vergroten ze hun vermogen om in de toekomst succesvol te concurreren. Maar ze moeten ook voorbereid zijn op nieuwe risico’s die voortvloeien uit de digitalisering van hun activiteiten en diensten. Dit zal ze helpen de duurzaamheid van hun bedrijfsmodellen te vergroten en ze in staat stellen de vruchten van innovatieve technologieën te plukken.
Tegen deze achtergrond richten de toezichtsprioriteiten voor 2025-2027 zich op de weerbaarheid van banken tegen onmiddellijke macrofinanciële bedreigingen en ernstige geopolitieke schokken (prioriteit 1), het belang van een tijdig herstel van bekende materiële tekortkomingen (prioriteit 2) en de noodzaak om uitdagingen aan te pakken die voortvloeien uit de digitale transformatie en nieuwe technologieën (prioriteit 3). Elke prioriteit is afgestemd op een specifieke reeks kwetsbaarheden in het bankwezen – de zogenaamde ‘prioritaire kwetsbaarheden’ – waarvoor aparte strategische doelstellingen zijn vastgesteld en werkprogramma’s zijn ontwikkeld. Onderlinge verbanden tussen risico’s komen tot uiting in de opzet van die werkprogramma’s, die erop gericht zijn zowel de efficiëntie als de effectiviteit van het contact tussen toezichthouders en banken te versterken. Figuur 1 geeft een overzicht van vijf belangrijke kwetsbaarheden bij banken en de bijzondere aandacht voor geopolitieke risico’s die we met deze drie overkoepelende prioriteiten willen aanpakken.
Figuur 1
Toezichtsprioriteiten voor 2025-2027: aanpak vastgestelde kwetsbaarheden bij banken

Bron: ECB.
Toelichting: Deze figuur toont de drie toezichtsprioriteiten voor de periode 2025-2027 en de bijbehorende kwetsbaarheden die banken de komende drie jaar moeten aanpakken. ECB-Bankentoezicht gaat door middel van gerichte activiteiten de vastgestelde kwetsbaarheden beoordelen, monitoren en opvolgen. Het gedeelte aan de rechterkant van de figuur geeft de overkoepelende risicocategorie weer die verband houdt met elke kwetsbaarheid.
Het hoofddoel van de strategische planning van ECB-Bankentoezicht is om een solide strategie voor de komende drie jaar te ontwikkelen. De toezichtsprioriteiten bevorderen zowel de effectiviteit en consistentie van de planning van de gezamenlijke toezichthoudende teams als een efficiënte besteding van middelen, conform de bijbehorende risicotolerantieniveaus. Ze helpen bovendien de nationale toezichthouders om, naar evenredigheid, eigen prioriteiten te stellen voor het toezicht op minder belangrijke instellingen. Transparante communicatie over de prioriteiten verduidelijkt de toezichtsverwachtingen voor banken, versterkt de impact van het toezicht in termen van de verdere verbetering van de schokbestendigheid van de banksector, en draagt bij aan een gelijk speelveld.
ECB-Bankentoezicht blijft zowel i) ontwikkelingen in de risico’s en kwetsbaarheden van onder toezicht staande entiteiten als ii) de voortgang die banken maken bij de tenuitvoerlegging van de toezichtsprioriteiten volgen en beoordelen. Door die strategische prioriteiten periodiek te evalueren, kan ECB-Bankentoezicht zijn aandacht en activiteiten flexibel aanpassen en zo reageren op veranderende risico’s.
Hieronder wordt ingegaan op de uitkomsten van de risicobepaling en ‑beoordeling voor 2024 en worden de toezichtsprioriteiten en de onderliggende werkprogramma’s voor 2025-2027 beschreven. Toezichthouders zullen ook andere reguliere activiteiten uitvoeren en opvolging geven aan prioriteiten uit het verleden in het kader van hun voortdurende dialoog met de banken, als aanvulling op de werkzaamheden met betrekking tot de drie prioriteiten voor 2025-2027.
2 Risicobeoordeling en toezichtsprioriteiten voor 2025-2027
2.1 Macro-economische en operationele omgeving voor onder toezicht staande entiteiten
Hoewel de reële bbp-groei in het eurogebied zich geleidelijk begint te herstellen en de inflatoire druk verder is afgenomen, blijven de groeivooruitzichten voor de korte termijn gematigd en onderhevig aan aanzienlijke geopolitieke en beleidsonzekerheid.[2] Het gematigde tempo van het economische herstel in het eurogebied in de eerste helft van 2024 werd voornamelijk ondersteund door de dienstensector, terwijl de industrie erg zwak bleef.[3] Hoewel recente indicatoren duiden op een groeiverzwakking op korte termijn tegen de achtergrond van aanzienlijke onzekerheid, zal de groei van het reële bbp op middellange termijn naar verwachting toenemen. Verwacht wordt dat het herstel zal aantrekken als gevolg van een stijging van het reëel besteedbaar inkomen van consumenten (die de particuliere consumptie zal ondersteunen), de toename van de buitenlandse vraag en het wegebben van de temperende effecten van de eerdere aanscherping van het monetair beleid.[4] Tegelijkertijd is de HICP-inflatie gematigd en zal deze naar verwachting gedurende de projectieperiode haar doelstelling bereiken. De kerninflatie zal volgens de projectie eveneens blijven dalen, maar op korte termijn iets hoger blijven dan de totale inflatie.
De risico’s voor de groeivooruitzichten blijven op de middellange termijn neerwaarts gericht gezien de toegenomen onzekerheid. Ondanks de verwachting van een terugkeer naar gematigde groei lijkt de kans dat staartrisico’s – gebeurtenissen met een geringe waarschijnlijkheid maar hoge impact – zich voordoen hoger dan een jaar geleden, nu de geopolitieke risico’s zijn toegenomen.[5] Toenemende geopolitieke spanningen (bijvoorbeeld als gevolg van de oorlog in Oekraïne en het conflict in het Midden-Oosten) en toenemende deglobaliseringstrends zouden de energieprijzen en vrachtkosten op korte termijn kunnen opdrijven en de wereldhandel kunnen verstoren. Dit zou de groeivooruitzichten voor het eurogebied negatief beïnvloeden en de inflatoire druk opnieuw doen toenemen.[6] Tegelijkertijd zouden extreme weersomstandigheden en de overgang naar een koolstofarme economie de inflatie kunnen opdrijven, vooral de inflatie van de voedselprijzen.[7]
Naast hun impact op de vooruitzichten voor groei en inflatie in bredere zin zullen de geopolitieke risico’s en de structurele uitdagingen die voortvloeien uit de klimaattransitie en de digitale transformatie van het financiële stelsel naar verwachting ook een direct effect hebben op de banksector. Geopolitieke schokken kunnen de risico’s voor governance en bedrijfsmodellen en operationele risico's vergroten, met name door financiële sancties of cyberaanvallen. Bovendien kunnen er materiële gevolgen zijn voor risicoprofielen, vooral in situaties waarin banken grote directe of indirecte blootstellingen op de balans hebben aan tegenpartijen die door de desbetreffende risico’s worden getroffen. Tegelijkertijd is het belang van klimaat- en milieurisico’s voor het financiële stelsel en de economie in ruimere zin toegenomen en dit beïnvloedt ook de operationele omgeving van banken. Gezien hun materiële blootstellingen aan fysieke en transitierisico’s in verband met het klimaat moeten banken zich aanpassen aan de dieperliggende gevolgen van klimaat- en milieucrises, die mogelijk kunnen leiden tot een wanordelijke transitie en de fysieke schade verder doen toenemen.[8] Bovendien vereist de voortdurende technologische transformatie van de economie dat banken proactieve stappen ondernemen om hun digitaliseringsinspanningen te versnellen, hun risicobeheersingspraktijken te verbeteren en de toenemende concurrentie van niet-banken aan te pakken.
De gunstige risicobeprijzing die het afgelopen jaar op de financiële markten heerste, kan leiden tot plotselinge verschuivingen in het marktsentiment en herbeoordelingen van activaprijzen als gevolg van negatieve verrassingen. Het geleidelijke herstel van de economische bedrijvigheid en de verwachtingen ten aanzien van een versoepeling van het monetair beleid hebben geleid tot een grotere risicobereidheid, lagere risicopremies en een aantal maanden relatief gematigde volatiliteit op de aandelenmarkten. Deze omstandigheden zouden, samen met onzekerheid over het toekomstige verloop van de groei en de inflatie in de belangrijkste economieën van de wereld, de weg kunnen effenen voor abrupte correcties van de activaprijzen en een hogere volatiliteit op de mondiale financiële markten als de macro-economische vooruitzichten verslechteren of geopolitieke schokken werkelijkheid worden.[9] De abrupte en kortstondige verkoopgolf die begin augustus op de mondiale financiële markten plaatsvond illustreert dit punt. De negatieve economische verrassingen in de Verenigde Staten en bezorgdheid over de stijgende rente in Japan leidde toen tot een abrupt sentiment van risicoaversie.
2.2 Toezichtsprioriteiten voor de periode 2025-2027
Prioriteit 1: Banken moeten hun weerbaarheid tegen onmiddellijke macrofinanciële bedreigingen en ernstige geopolitieke schokken vergroten
De aanhoudende onzekerheid omtrent de macro-economische vooruitzichten en de toenemende intensiteit van geopolitieke bedreigingen rechtvaardigen een scherper toezicht op het vermogen van de banken om eventuele gerelateerde schokken op te vangen. Gezien de aanhoudend neerwaartse risico’s voor de groeivooruitzichten van het eurogebied en de hoge mate van onzekerheid, is het des te belangrijker om rekening te houden met andere scenario’s dan het basisscenario en verschillende trajecten voor economische groei en rentetarieven in overweging te nemen. Banken dienen de in het kader van hun kredietrisicobeheersing geconstateerde tekortkomingen effectief aan te pakken, eventuele verslechtering van de kwaliteit van de activa tijdig vast te stellen en toereikende voorzieningen aan te houden. Macro-economische ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op het risico van blootstellingen van banken aan niet-financiële ondernemingen, zoals kleine en middelgrote ondernemingen. Bovendien kunnen ze de risico’s beïnvloeden die voortvloeien uit blootstellingen met betrekking tot niet-bancaire financiële instellingen, onder meer als gevolg van overloopeffecten van schokken naar deze sector. Daarom zullen deze kwesties ook bij de komende toezichtswerkzaamheden een centrale plek innemen.
Vanwege hun doordringende karakter kunnen geopolitieke risico’s resulteren in ongunstige macrofinanciële ontwikkelingen en van invloed zijn op de bredere operationele omgeving voor banken. Ze kunnen een directe bedreiging vormen voor de operationele veerkracht van banken, met name wanneer ze leiden tot verhoogde IT- en cyberbeveiligingsrisico’s. Dit betekent dat de komende jaren gerichte toezichtsinspanningen nodig zijn om de daarmee verband houdende tekortkomingen aan te pakken. Gezien het feit dat geopolitieke risico’s op allerlei manieren doorwerken, zullen toezichthouders verschillende gerichte initiatieven nemen om het bewustzijn te vergroten en banken beter bestand te maken tegen deze schokken. De EU-brede stresstest voor 2025, die wordt gecoördineerd door de Europese Bankautoriteit (EBA), is een van die initiatieven.
Prioritaire kwetsbaarheid: Tekortkomingen op het gebied van kredietrisicobeheersing
Strategische doelstelling: Banken moeten verslechteringen van de activakwaliteit tijdig vaststellen en vertalen naar prudente niveaus van voorzieningen en kapitaal. Ze moeten hun inspanningen opvoeren om de relevante tekortkomingen die toezichthouders in het kader van de prioriteiten van voorgaande jaren hebben vastgesteld, tijdig en doeltreffend aan te pakken.
Tot dusver hebben Europese huishoudens en bedrijven blijk gegeven van een sterke veerkracht ten aanzien van de veranderende macro-economische omstandigheden en de verschuiving naar hogere rentetarieven. Gezonde balansen en een geleidelijk economisch herstel in het eurogebied ondersteunen de vooruitzichten voor bedrijven. Naar verwachting blijven de niet-commerciële vastgoedmarkten veerkrachtig, mede vanwege de lage werkloosheid, stijging van de reële lonen en verwachtingen van verdere renteverlagingen. Het aantal niet-renderende leningen (non-performing loans – NPL’s) van banken is echter aan het toenemen, zij het in een vrij traag tempo, waarbij meer uitgesproken ontwikkelingen worden waargenomen voor portefeuilles die kwetsbaarder zijn voor de huidige macrofinanciële omgeving, zoals commercieel vastgoed en portefeuilles kleine en middelgrote ondernemingen. Ondanks deze trend is de dekkingsgraad van banken verder gedaald, zelfs voor risicovollere segmenten, deels als gevolg van de aanhoudende verkoop van NPL’s uit het verleden. De langzame stijging van de dekkingspercentages voor nieuwe NPL’s en minder goed presterende leningen (fase 2) [10] geeft aanleiding tot bezorgdheid dat de voorzieningen van banken mogelijk onvoldoende rekening houden met potentiële opkomende risico’s of de neerwaartse risico’s die voortvloeien uit de zwakke economische vooruitzichten en de uitdagende geopolitieke omstandigheden.
De toezichtswerkzaamheden hebben overigens hardnekkige tekortkomingen in de IFRS 9-kaders van banken geconstateerd, waaruit blijkt dat sommige banken nog steeds niet voldoen aan de toezichtsverwachtingen op dit gebied. De afgelopen twee jaar hebben de toezichthouders twee horizontale beoordelingen uitgevoerd waarbij de nadruk lag op het vermogen van banken om opkomende risico’s in kaart te brengen via hun modellen voor te verwachten kredietverliezen. Uit deze beoordelingen blijkt dat banken vooruitgang hebben geboekt als het gaat om het in kaart brengen van nieuwe risico’s, vooral klimaat- en milieurisico’s. Bij enkele opkomende risico’s, zoals geopolitieke risico’s, is echter onvoldoende vooruitgang geboekt.[11] Toezichthouders zijn ook inspecties ter plaatse blijven uitvoeren om kredietrisico’s onder de loep te nemen. Bij sommige instellingen laten de bevindingen tekortkomingen zien bij de parameters in modellen voor te verwachten kredietverliezen, fasering en tekorten in de getroffen voorzieningen. In de SREP van 2024 werd ook gewezen op hardnekkige tekortkomingen op gebieden als getroffen voorzieningen, kredietverstrekking, classificatie en (her)waardering van onderpand.[12]
ECB-Bankentoezicht blijft toezien op het vermogen van banken om verslechteringen in de kwaliteit van activa tijdig vast te stellen en adequate voorzieningen te treffen. In dit verband richten de toezichthouders zich op het gebruik van overlays en de dekking van nieuwe risico’s, waaronder geopolitieke risico’s. In de follow-upfase blijven de toezichthouders met banken in contact om te zorgen voor een effectief en tijdig herstel van de in eerdere toezichtscycli vastgestelde bevindingen, met gebruikmaking van alle beschikbare maatregelen om dit doel te bereiken.[13] Tegelijkertijd richten toezichthouders zich bij inspecties ter plaatse op modellen en beleid voor kredietverlening aan onder meer kleine en middelgrote ondernemingen, retail en commercieel vastgoed. Toezichthouders gaan ook kijken of banken in staat zijn in een vroeg stadium potentiële moeilijkheden voor kredietnemers in kwetsbare portefeuilles te identificeren en aan te pakken, met name door middel van een gerichte toetsing van de portefeuilles kleine en middelgrote ondernemingen van banken.
Belangrijkste activiteiten uit het werkprogramma voor deze toezichtsprioriteiten
- Follow-upfase van de gerichte toetsing van IFRS 9, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan het gebruik van overlays en afdekking van nieuwe risico’s (waaronder geopolitieke risico’s). De toezichthouders gaan de voortgang van banken bij de eerder vastgestelde bevindingen monitoren, hun herstel beoordelen en waar nodig escalatiemaatregelen nemen.
- Voortzetting van de inspecties ter plaatse van kredietrisico’s, met de nadruk op collectieve fasering volgens IFRS 9 en getroffen voorzieningen voor portefeuilles met grote bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen, retail, en commercieel vastgoed, inclusief de waardering van onderpand.
- Gerichte toetsing van portefeuilles kleine en middelgrote ondernemingen, met de nadruk op vroegtijdige identificatie en aanpak van potentiële moeilijkheden voor kredietnemers, modellen voor kleine en middelgrote onderneming en de governance van blootstellingen aan deze ondernemingen.
Prioritaire kwetsbaarheid: Tekortkomingen op het gebied van operationele weerbaarheid bij IT-uitbesteding en IT-beveiligings- en/of cyberrisico’s
Strategische doelstelling: Banken moeten voldoen aan de wettelijke vereisten die voortvloeien uit de verordening betreffende digitale operationele weerbaarheid (Digital Operational Resilience Act – DORA) met betrekking tot ICT-risicobeheer, incidentrapportage, het testen van digitale operationele veerkracht en externe dienstverleners. Ze moeten hun inspanningen opvoeren om eerder vastgestelde tekortkomingen tijdig en doeltreffend aan te pakken, met name wat betreft het beheer van cyberbeveiligings- en uitbestedingsrisico’s.
Toenemende cyberdreigingen en afhankelijkheid van gemeenschappelijke externe dienstverleners blijven banken voor grote uitdagingen stellen. Het aantal belangrijke cyberincidenten dat door onder toezicht staande entiteiten is gemeld steeg in 2023 en bleef in de eerste drie kwartalen van 2024 op een vergelijkbaar niveau. De voortgaande digitalisering van de diensten en activiteiten van banken en de escalatie van geopolitieke spanningen (waardoor het risico op aanvallen door staatsgelieerde groepen is toegenomen)[14] waren beide belangrijke factoren bij de sterke toename van cyberincidenten in de afgelopen twee decennia.[15] Daarnaast rapporteren banken een grotere afhankelijkheid van externe dienstverleners voor kritieke functies, waarbij vrijwel alle instellingen clouddiensten gebruiken voor uitbestede kritieke activiteiten.[16] Een hoge mate van concentratie in het gebruik van externe IT-dienstverleners kan het besmettingseffect verder verergeren en de potentiële systemische impact van cyberincidenten vergroten.[17]
De onbevredigende SREP-scores voor operationeel risico en de uitkomsten van toezichtswerkzaamheden op het gebied van cyberweerbaarheid en uitbestedingsbeheer bevestigen de tekortkomingen in de operationele kaders van banken en de noodzaak om voortgang te boeken met het herstel ervan. Ook in de SREP van 2024 werd de slechtste gemiddelde score opgetekend voor het operationeel risico, waarbij ICT-gerelateerde elementen de belangrijkste factor waren.[18] Op het gebied van uitbesteding hebben de toezichthouders vastgesteld dat meer dan 10% van de contracten die betrekking hebben op kritieke functies, niet in overeenstemming zijn met de regelgeving.[19] Banken zouden aandacht moeten hebben voor concentratierisico’s met betrekking tot specifieke dienstverleners, geografische locaties (gezien de verhoogde geopolitieke risico’s) en functionaliteiten, en die risico’s dan ook beheren. Daarnaast moeten ze het risico op potentiële cascade-effecten in meerdere sectoren beoordelen en beheren, gezien de verwevenheid van banknetwerken.
Uit de stresstest 2024 voor cyberweerbaarheid is gebleken dat banken over het algemeen beschikken over respons- en herstelplannen op hoog niveau. Die stresstest heeft echter ook belangrijke verbeterpunten aan het licht gebracht, onder meer op het vlak van bedrijfscontinuïteit, planning van de respons op incidenten, back-upbeveiliging en het beheer van externe dienstverleners.[20] De toezichthouders zullen opvolging geven aan tekortkomingen in het vermogen van banken om zich te herstellen van een geslaagde cyberaanval.[21] Tegen deze achtergrond zullen de toezichthouders de inspanningen van de afgelopen jaren voortzetten en de operationele veerkracht van banken en hun naleving van de overeenkomstige toezichtsverwachtingen en regelgevingsvereisten (met name de vereisten in het kader van DORA, die vanaf januari 2025 van toepassing zullen zijn) beoordelen aan de hand van gerichte toetsingen en initiatieven.
Belangrijkste activiteiten uit het werkprogramma voor deze toezichtsprioriteiten
- Verzameling van gegevens over externe ICT-dienstverleners om zicht te krijgen op banden tussen onder toezicht staande entiteiten en externe dienstverleners, potentiële concentratierisico’s en zwakke punten in de uitbestedingsregelingen van banken
- Gerichte toetsingen van risicobeheersing voor uitbestedingsrisico’s en van cyberweerbaarheid en risicocontroles
- Follow-up van bevindingen van de stresstest cyberweerbaarheid
- Gerichte inspecties ter plaatse over operationeel risico en IT-weerbaarheid
- Implementatie van DORA in het toezichtskader
Speciale aandacht: beheersing van geopolitieke risico’s opnemen in de toezichtsprioriteiten
De recent opgelopen geopolitieke spanningen maken robuust risicobeheer en strikte risicocontroles door de banken noodzakelijk. Dit vraagt om verscherpt toezicht op korte en middellange termijn.
Gezien de horizontale aard van geopolitieke risico’s, zullen de veerkracht, de strategieën en het risicobeheer van banken door middel van een reeks activiteiten worden beoordeeld. Ten eerste worden geopolitieke risico's meegenomen in de bovengenoemde prioritaire activiteiten met betrekking tot het beheer van kredietrisico en operationeel risico door de banken. De toezichthouders zullen ook kijken naar de procedures voor risicobeheer en de risicobereidheidskaders die banken gebruiken om geopolitieke risico’s te monitoren en te beperken. Dit zal gebeuren door middel van gerichte benchmarking op het gebied van risicobereidheid en risicocultuur, waarbij de nadruk ligt op de implicaties van geopolitieke risico’s voor de identificatie van risico’s en de risicobereidheidskaders van banken. Daarnaast zullen geopolitieke risico’s een belangrijk onderdeel zijn van de EU-brede stresstest voor 2025, die een verkennende scenarioanalyse zal omvatten om te beoordelen in hoeverre banken in staat zijn om tegenpartijkredietrisico’s in stresssituaties te modelleren.
Om meer inzicht te krijgen in de manier waarop banken geopolitieke risico’s benaderen en de toezichtsverwachtingen op dit gebied verder te verduidelijken, gaan de toezichthouders de bestaande werkwijzen tegen het licht houden. Daarbij zullen ze zich onder meer richten op risicobeheer, kapitaal- en liquiditeitsplanning, en op interne stresstests.
Prioriteit 2: Banken moeten aanhoudende materiële tekortkomingen effectief en tijdig verhelpen
De geleidelijke verschuiving van risico-identificatie naar risicoherstel is een essentieel kenmerk van de SSM-brede toezichtsstrategie. Banken met onopgeloste materiële tekortkomingen zullen hun inspanningen moeten opvoeren om volledig te voldoen aan de verwachtingen van de toezichthouder en tijdig deugdelijke herstelplannen uit te voeren. De uitgebreide toezichtswerkzaamheden van de voorgaande jaren hebben grote tekortkomingen blootgelegd op het vlak van (i) de bedrijfsstrategieën van banken en het beheer van klimaat- en milieurisico’s en (ii) de aggregatie van risicogegevens en risicorapportage (RDARR). Tegen de achtergrond van opkomende risico’s (waaronder geopolitieke risico’s) is het van het grootste belang dat banken over adequate en doeltreffende RDARR-regelingen beschikken met het oog op tijdige besluitvorming en effectieve strategische sturing. ECB-Bankentoezicht erkent dat op dit gebied reeds grote vooruitgang is geboekt, maar het herstelproces is nog niet voltooid en follow-up blijft nodig in de komende toezichtscycli.
Prioritaire kwetsbaarheid: Tekortkomingen in bedrijfsstrategieën en risicobeheer met betrekking tot klimaat- en milieurisico’s
Strategische doelstelling: Banken moeten volledig voldoen aan de toezichtsverwachtingen met betrekking tot het beheer van klimaat- en milieurisico’s, alsook aan de vereisten die voortvloeien uit het nieuwe CRR III/CRD VI-bankenpakket (met inbegrip van die in verband met prudentiële transitieplannen), en dienen de geconstateerde tekortkomingen tijdig aan te pakken.
Het vermogen van banken om klimaat- en milieurisico’s goed te beheersen blijft hoog op de toezichtsagenda staan vanwege de toenemende fysieke en transitierisico’s, het feit dat de banken nog niet volledig voldoen aan de toezichtsverwachtingen op dat gebied en de nieuwe vereisten als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe bankenpakket in 2025. De toenemende fysieke risico’s houden verband met de aanhoudende stijging van de temperaturen wereldwijd (waarbij de verwachting is dat 2024 het warmste jaar ooit is) en het feit dat het aantal klimaatgerelateerde rampen (zoals bosbranden en overstromingen) de afgelopen jaren sterk is toegenomen. Tegelijkertijd wekt de trage vooruitgang in de richting van de nettonuldoelstellingen bezorgdheid over transitierisico’s. Een groot aantal mondiale beursgenoteerde bedrijven heeft zijn klimaatdoelstellingen nog niet afgestemd op het traject om de opwarming van de aarde terug te dringen tot 2 C of minder.[22] In de banksector, zo blijkt uit een recente beoordeling, voldoet 90% van de ondervraagde banken nog niet aan de klimaatdoelstellingen van de EU. Dat stelt hen niet alleen bloot aan hogere kredietrisico’s, maar ook aan juridische risico’s, als er geen goede werkwijzen voorhanden zijn om deze risico's aan te pakken.[23] Tegelijkertijd loopt 70% van de Europese banken reputatierisico’s als gevolg van het risico van milieugerelateerde rechtszaken.[24]
Toezichtsbeoordelingen laten zien dat banken nog niet volledig voldoen aan de toezichtsverwachtingen over de beheersing van klimaat- en milieurisico’s.[25] De meeste – maar niet alle – banken onder toezicht van de ECB hebben aanzienlijke inspanningen geleverd om hun materialiteitsbeoordelingen rond te krijgen vóór de deadline van maart 2023. Voor de banken die daarin niet slaagden, is de ECB een stap verder gegaan en heeft ze bindende toezichtsbesluiten uitgevaardigd, met de mogelijkheid dwangsommen op te leggen als banken daar binnen de gestelde termijnen niet aan zouden voldoen.[26] Uit een beoordeling in december 2023 – de deadline voor het opnemen van klimaat- en milieurisico’s in de governance, de strategieën en het risicobeheer van banken – bleek dat de basisstructuren voor deze risico’s meestal aanwezig waren, behalve bij enkele banken (waarvoor de toezichthouders nu vervolgmaatregelen nemen). Tegelijkertijd blijven er zwakke punten bestaan die een goed beheer van klimaat- en milieurisico’s in het gedrang brengen. Deze punten zijn besproken in verdere feedbackbrieven aan banken en de ECB blijft de voortgang van de betrokken instellingen nauwlettend volgen. De toezichthouders blijven ook nauwlettend toezien op de naleving door de banken van de uiterste termijn van eind 2024 om volledig te voldoen aan de verwachtingen van de toezichthouder, ook wat betreft de opname in het interne beoordelingsproces van de kapitaaltoereikendheid en de stresstests.
Bij toezichtsbeoordelingen en inspecties ter plaatse blijft aandacht uitgaan naar de strategieën en het risicobeheer van banken op het vlak van klimaat en milieu en de mate waarin ze voldoen aan de komende veranderingen in de regelgeving. Uit een beoordeling van de Pijler 3-rapportage van de onder toezicht staande entiteiten is gebleken dat er aanzienlijke ruimte voor verbetering is.[27] De toezichthouders zullen de werkwijzen van banken met betrekking tot deze rapportage regelmatig blijven toetsen en beoordelen. Het komende CRR III/CRD VI-bankenpakket zal strengere rapportagevereisten opleggen en banken ertoe verplichten prudentiële transitieplannen op te stellen. De toezichthouders zullen deze plannen toetsen aan de toekomstige EBA-richtsnoeren. Verder blijven toezichthouders klimaat- en milieurisico’s beoordelen tijdens inspecties ter plaatse. Deze inspecties kunnen op zichzelf of in het kader van onderzoeken naar specifieke risico’s plaatsvinden. Daarnaast zullen de toezichthouders diepgaande onderzoeken uitvoeren naar het vermogen van banken om reputatie- en geschillenrisico’s aan te pakken.
Belangrijkste activiteiten uit het werkprogramma voor deze toezichtsprioriteiten
- Monitoren of banken volledig voldoen aan de toezichtsverwachtingen en invoering van een escalatieladder
- Horizontale beoordeling van de naleving door banken van de Pijler 3-rapportagevereisten over ecologische, sociale en governancerisico’s (ESG)
- Diepgaande onderzoeken naar het vermogen van banken om reputatie- en geschillenrisico’s in verband met klimaat- en milieuverplichtingen aan te pakken
- Evaluatie van de transitieplanning van banken in overeenstemming met de verwachte CRD6-vereisten
- Gerichte inspecties ter plaatse naar klimaat- en milieuaspecten, hetzij afzonderlijk, hetzij in het kader van andere geplande risicobeoordelingen (bijv. kredietrisico, operationeel risico en bedrijfsmodelrisico)
Prioritaire kwetsbaarheid: Tekortkomingen in de aggregatie en rapportage van risicogegevens
Strategische doelstelling: Banken moeten hun inspanningen opvoeren om reeds lang bestaande tekortkomingen op het vlak van RDARR te verhelpen en hun werkwijzen af te stemmen op de verwachtingen van de toezichthouder. Als banken niet aan de toezichtsverwachtingen voldoen, kan dit tot escalatiemaatregelen leiden.
De vooruitgang bij het aanpakken van reeds lang bestaande tekortkomingen op het vlak van RDARR blijft ontoereikend. Een aanzienlijk aantal onder toezicht staande instellingen voldoet nog steeds niet volledig aan de toezichtsverwachtingen en de principes voor effectieve aggregatie van risicogegevens en risicorapportage van het Bazels Comité voor Bankentoezicht. Bij de SREP van 2024, de gerichte toetsing van de RDARR en de campagne ter plaatse zijn zwakke punten aan het licht gekomen met betrekking tot (i) de betrokkenheid en deskundigheid van leidinggevende organen, (ii) de volledigheid van de RDARR-kaders, (iii) de data-architectuur en de IT-infrastructuur, (iv) de complexiteit en fragmentatie van de IT-systemen, en (v) het beheer van de datakwaliteit.
Overeenkomstig de toezichtsprioriteiten van vorig jaar zal ECB-Bankentoezicht de inspanningen opvoeren om ervoor te zorgen dat de onder toezicht staande entiteiten zich houden aan de toezichtsverwachtingen die zijn vastgelegd in deGids inzake effectieve aggregatie van risicogegevens en risicorapportage. De toezichthouders zullen de druk op banken die de tekortkomingen niet binnen de gestelde termijnen verhelpen, verder verhogen, en waar nodig ten volle gebruik maken van het instrumentarium voor opschaling van het toezicht (inclusief sancties).[28] Deze herstelstrategie zal rekening houden met specifieke omstandigheden van banken en met de aard van de onopgeloste tekortkomingen. Ook wordt gekeken naar hoever ze staan met het herstel en naar hun staat van dienst bij de aanpak van toezichtskwesties. De toezichthouders zullen ook hun gerichte toetsing van de aggregatie van risicogegevens en risicorapportage voortzetten en gerichte inspecties ter plaatse uitvoeren. Als ze tekortkomingen vaststellen, gaan ze hierover in overleg met de banken.
Belangrijkste activiteiten uit het werkprogramma voor deze toezichtsprioriteiten
- Follow-up van de gerichte toetsing van werkwijzen op het vlak van risicogegevens en risicorapportage en naleving van de toezichtsverwachtingen zoals uiteengezet in de Gids inzake effectieve aggregatie van risicogegevens en risicorapportage, en remediëring van eerder vastgestelde bevindingen, waar nodig met volledig gebruik van de beschikbare opschalingsinstrumenten
- Gerichte inspecties ter plaatse naar overkoepelende governance en IT-infrastructuur, het vermogen om risicogegevens samen te voegen en werkwijzen op het gebied van risicorapportage
- Managementverslag over datagovernance en gegevenskwaliteit – een jaarlijkse vragenlijst waarmee leidinggevende organen van banken naar behoren verantwoording afleggen over interne, financiële en toezichtsrapportage
Prioriteit 3: Banken moeten hun digitaliseringsstrategie versterken en nieuwe uitdagingen het hoofd bieden die voortvloeien uit het gebruik van nieuwe technologieën
Banken worden geconfronteerd met veel structurele en langetermijntrends en digitalisering is er daar één van. Technologische vooruitgang zorgt voor verandering in veel sectoren, ook in het bankwezen. Dat creëert tal van nieuwe mogelijkheden, maar het leidt ook tot nieuwe uitdagingen en risico’s voor gevestigde bedrijven. De digitale transformatie is voor veel banken inmiddels een belangrijke prioriteit om concurrerend te blijven, maar hierbij is het essentieel dat deze banken voorzien in voldoende waarborgen om potentiële risico’s als gevolg van nieuwe bedrijfspraktijken en technologieën te beperken. Ook het uitdagende cyberdreigingslandschap speelt een belangrijke rol, aangezien vooruitgang op het gebied van digitalisering de operationele veerkracht van banken kan ondermijnen. Op lange termijn zal de digitalisering naar verwachting het concurrentievermogen van banken versterken, hun bedrijfsmodellen verbeteren en hen beter bestand maken tegen concurrentie van buiten de banksector.
De snelle technologische vooruitgang – waaronder de opkomst van generatieve kunstmatige intelligentie (AI) – en de sterk toegenomen inzet van dergelijke technologie bij banken (waarbij AI bijvoorbeeld in prudentiële en niet-prudentiële contexten wordt gebruikt) vragen om een gestructureerde aanpak. Toezichthouders moeten gerichte strategieën ontwikkelen om beter inzicht te krijgen in de reacties van banken op de structurele trends die de toekomst van hun sector bepalen, zoals digitale platforms, strategische partnerschappen en het gebruik van AI. Daarom stimuleert de ECB een adequaat beheer van de risico’s in verband met digitalisering en de toepassing van best practices in de sector.
Prioritaire kwetsbaarheid: Tekortkomingen in de strategieën voor digitale transformatie
Strategische doelstelling: Banken moeten hun digitaliseringsstrategie en de bijbehorende uitvoeringsplannen versterken om de onderliggende risico’s, waaronder risico’s die voortvloeien uit het gebruik van nieuwe/geavanceerde technologieën, zoals clouddiensten en AI, naar behoren te beperken.
De onder toezicht staande entiteiten hebben geprofiteerd van een historisch hoge winstgevendheid, voornamelijk door de verschuiving van een lagerenteomgeving naar positieve rentetarieven, waardoor de nettorentemarges zijn toegenomen. Banken hebben de hogere inkomsten benut en tegelijkertijd de kostenstijgingen weten te beperken, waardoor de kostenefficiëntie is verbeterd (zoals blijkt uit de recente daling van de kosten-inkomstenratio). Deze verbetering is echter grotendeels toe te schrijven aan externe factoren die verband houden met het macrofinanciële klimaat waarin banken opereren, terwijl de bedrijfsmodellen van banken nog steeds structureel onder druk staan. Tegen deze achtergrond kunnen de onder toezicht staande entiteiten worden aangemoedigd om deze onverwachte winsten aan te wenden om hun digitalisering verder te bevorderen en hun operationele veerkracht te versterken.
De afgelopen jaren heeft ECB-Bankentoezicht prioriteit gegeven aan de beoordeling van risico’s in verband met de digitalisering van de banksector. Toezichtswerkzaamheden zoals marktonderzoek, gerichte toetsingen en inspecties ter plaatse hebben het mogelijk gemaakt de werkwijzen van banken te inventariseren en belangrijke aspecten in kaart te brengen voor een duurzame, doordachte en risicobewuste sturing van de digitalisering van banken. In juli 2024 publiceerde ECB-Bankentoezicht een verslag over de belangrijkste beoordelingscriteria en werkwijzen op het gebied van digitalisering.[29] Op basis hiervan kunnen de toezichthouders een holistisch beoordelingskader voor digitalisering opzetten. Om meer inzicht te verwerven en de toezichtsaanpak te verfijnen, zal ECB-Bankentoezicht de inspanningen op dit gebied voortzetten door gerichte inspecties ter plaatse en toetsingen uit te voeren die gericht zijn op belangrijke technologieën, toepassingen en bedrijfsonderdelen. De toezichthouders gaan met de banken in gesprek om hun bevindingen op te volgen, volgens een duidelijk vastgestelde opschalingsaanpak.
Belangrijkste activiteiten uit het werkprogramma voor deze toezichtsprioriteiten
- Gerichte activiteiten met betrekking tot de impact van de digitale activiteiten van banken op hun bedrijfsmodellen/strategieën en de risico’s die voortvloeien uit het gebruik van innovatieve technologieën
- Gerichte inspecties ter plaatse naar digitale transformatie, waarbij zowel wordt gekeken naar IT-aspecten als naar de bedrijfsmodellen in de strategieën van banken
2.3 Verdere toezichtswerkzaamheden en follow-up van eerdere prioriteiten
Naast de geschetste toezichtsprioriteiten voor 2025-2027 blijft ECB-Bankentoezicht andere reguliere en ad-hocactiviteiten uitvoeren.
Follow-up in het kader van de reguliere toezichtswerkzaamheden
Met de uitgebreide toezichtsbeoordelingen die in voorgaande jaren zijn uitgevoerd, zijn sommige prioriteiten uit het verleden inmiddels in een nieuwe fase gekomen waarin de focus van het toezicht verschuift van de identificatie van de belangrijkste kwetsbaarheden naar de eigenlijke remediëring van de bijbehorende bevindingen. Deze paragraaf bekijkt de voortgang die de afgelopen jaren is geboekt en de gebieden waar nog aandacht nodig is. Via de reguliere toezichtswerkzaamheden zal hieraan opvolging worden gegeven.
De afgelopen drie jaar hebben de toezichthouders zich gericht op het kredietrisicobeheersing van banken. Bijzondere nadruk is gelegd op de weerbaarheid van portefeuilles die gevoeliger zijn voor de macrofinanciële situatie en/of die blootgesteld zijn aan herfinancieringsrisico’s, zoals de portefeuilles van niet-zakelijk en commercieel vastgoed. Als gevolg daarvan zijn de banken nu beter in staat om een mogelijke toename van het aantal noodlijdende debiteuren in vastgoedportefeuilles aan te pakken. Sommige banken hebben echter nog werk te verzetten om bijvoorbeeld volledig te voldoen aan de EBA-richtsnoeren inzake de initiëring en monitoring van leningen, voldoende rekening te houden met de herfinancieringsrisico’s van kredietnemers en de waardering van onderpand tijdig te actualiseren. Bovendien zijn de toezichthouders blijven kijken naar de interne modellen, wat tot een groot aantal bevindingen en maatregelen heeft geleid met betrekking tot op interne ratings gebaseerde modellen.
De gerichte toetsing van het beheer van het tegenpartijkredietrisico in 2022 en de verschillende inspecties ter plaatse die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, hebben materiële kwetsbaarheden in het risicobeheer van banken (stresstests, procedures voor wanbetalingsbeheer en documentatie, enz.) aan het licht gebracht. Naar aanleiding van die gerichte toetsing hebben de betrokken banken gerichte actieplannen ingediend, met als uiterste termijn eind 2025 voor definitieve herstelmaatregelen. Daarnaast heeft de ECB in oktober 2023 richtsnoeren gepubliceerd voor de werkwijzen bij de governance en het beheer van tegenpartijkredietrisico’s.[30]
In 2024 zijn ook aanzienlijke toezichtswerkzaamheden verricht om tekortkomingen in het activa- en passivabeheer (asset and liability management – ALM) aan te pakken. Er zijn gerichte beoordelingen uitgevoerd naar liquiditeitsnoodplanning en het vermogen tot onderpandoptimalisatie, de haalbaarheid van financieringsplannen, ALM-governance en -strategieën, en rente- en creditspreadrisico’s. Deze hebben geleid tot de vaststelling van tekortkomingen op het vlak van, onder meer, (i) de beoordeling van onderpand en tegeldemaking (onbekende beleenbaarheid van onderpand voor de centrale bank, te optimistische tijd tot liquiditeit, enz.); II) de aannames die worden gebruikt bij het modelleren van prognoses voor deposito’s (te optimistische toekomstige groei van deposito’s, gebruik van simplistische modelleringsaannames, enz.); III) backtesting, validering en herkalibratie van ALM-modellen; en (IV) algemene ALM-governance (gegevensbeheer, aanpasbaarheid van informatiesystemen, vaststelling van limieten in risicobereidheidsverklaringen, enz.).
Het aanpakken van tekortkomingen in de werking van de bestuursorganen van banken is een toezichtsprioriteit sinds 2020. De toezichtswerkzaamheden (waaronder gerichte toetsingen van de doeltreffendheid en diversiteit van leidinggevende organen, inspecties ter plaatse en de jaarlijkse gegevensverzameling) hebben belangrijke zwakke punten aan het licht gebracht en de geboekte vooruitgang bij de aanpak ervan in kaart gebracht. Ondanks enige vooruitgang op het gebied van diversiteit vertonen sommige banken nog steeds tekortkomingen op het gebied van collectieve geschiktheid (onder meer wat betreft IT-expertise en onafhankelijkheid van het bestuur), opvolgingsplanning en het functioneren en de samenstelling van comités. De inzichten uit deze analyse zijn meegenomen in de bijgewerkteGids inzake governance en risicocultuurvan de ECB, die begin 2025 zal worden gepubliceerd en waarin de toezichtsverwachtingen voor banken worden uiteengezet.
De komende tijd zullen de toezichthouders zich richten op het consolideren en herstellen van de bestaande bevindingen op de bovengenoemde gebieden, met het oog op de volledige naleving van de verwachtingen van de toezichthouders en vanuit de regelgeving. Aan de hand van de uitkomsten van de toezichtswerkzaamheden zullen de toezichthouders op individuele basis met de betrokken banken overleggen om openstaande kwesties (vooral reeds lang bestaande kwesties) aan te pakken. Als er sprake is van niet-tijdige of ontoereikende remediëring, kunnen toezichthouders opschalingsstrategieën hanteren en zo nodig ten volle gebruik maken van het toezichtinstrumentarium dat hun ter beschikking staat.
Europese Centrale Bank 2024
Postadres 60640 Frankfurt am Main, Duitsland
Telefoon +49 69 1344 0
Website www.bankingsupervision.europa.eu
Alle rechten voorbehouden. Reproductie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan op voorwaarde dat de bron wordt vermeld.
Voor specifieke terminologie, zie de SSM-termenlijst (uitsluitend in het Engels beschikbaar).
HTML ISBN 978-92-899-6919-2, ISSN 2599-8498, doi:10.2866/9056697 QB-01-24-029-NL-Q
Zie de Aggregated results of the 2024 SREP, ECB, december 2024.
Zie ‘Door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied’, ECB, december 2024.
Zie ‘Door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied’, ECB, december 2024.
Zie ‘Door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied’, ECB, december 2024.
Zie de Financial Stability Review, ECB, november 2024.
Zie de monetairbeleidsverklaring van de ECB van 12 december 2024.
Zie het Economic Bulletin, Nummer 7, ECB, 2024.
Zie Sustainable finance: from ‘eureka!’ to action, toespraak door Frank Elderson tijdens het Sustainable Finance Lab Symposium on Finance in Transition, 4 oktober 2024.
Zie de Financial Stability Review, ECB, november 2024.
Zie Same same but different: credit risk provisioning under IFRS 9, Working Paper Series, nr. 2841, ECB, 2023.
Zie IFRS 9 overlays and model improvements for new risks, ECB, juli 2024.
Zie Aggregated results of the 2024 SREP, ECB, december 2024.
Zie ook paragraaf 2.3 voor informatie over andere geplande en lopende toezichtsactiviteiten met betrekking tot kredietrisico.
Zie het interview van Anneli Tuominen met Börsen-Zeitung van 21 november 2023.
Zie het Global Financial Stability Report, IMF, april 2024.
Zie Rise in outsourcing call for attention, Supervision Newsletter, ECB, februari 2024.
Zie het Global Financial Stability Report, IMF, april 2024.
Zie Aggregated results of the 2024 SREP, ECB, december 2024.
Zie Rise in outsourcing call for attention, Supervision Newsletter, ECB, februari 2024.
Zie Global rifts and financial shifts: supervising banks in an era of geopolitical instability, toespraak door Claudia Buch op de achtste jaarlijkse ESRB-conferentie over ‘New Frontiers in Macroprudential Policy’, 26 september 2024.
Zie ECB rondt stresstest cyberweerbaarheid af, persbericht, ECB, 26 juli 2024.
Zie de Net-Zero Tracker van het MSCI Sustainability Institute.
Zie Risks from misalignment of banks’ financing with the EU climate objectives, ECB, januari 2024.
Zie ‘Failing to plan is planning to fail’ – why transition planning is essential for banks”, The Supervision Blog, ECB, 23 januari 2024.
Zoals uiteengezet in deGids inzake klimaat- en milieurisico’s, ECB, 2020.
Zie ook You have to know your risks to manage them – banks’ materiality assessments as a crucial precondition for managing climate and environmental risks, The Supervision Blog, ECB, 8 mei 2024, en Nature-related risk: legal implications for central banks, supervisors and financial institutions, toespraak door Frank Elderson op de ESCB Legal Conference 2024, 6 september 2024.
Zie ESG data quality: Pillar 3 disclosures in focus, Supervision Newsletter, ECB, februari 2024.
Zie Risk data aggregation and risk reporting: ramping up supervisory effectiveness, The Supervision Blog, ECB, 15 maart 2024.
Zie Digitalisation: key assessment criteria and collection of sound practices, ECB, 2024.
Zie Sound practices in counterparty credit risk governance and management, ECB, oktober 2023.