Veelgestelde vragen over de stresstest van 2023
Frankfurt am Main, 31 januari 2023
Waar gaat het bij de EU-brede stresstest van 2023 om? Wat is het doel ervan?
Met de EU-brede stresstest wordt op basis van gegevens van ultimo 2022 geanalyseerd hoe de kapitaalpositie van een bank zich de komende drie jaar, tot en met eind 2025, ontwikkelt in zowel een basisscenario als een ongunstig scenario. Die analyse levert toezichthouders, banken en andere marktpartijen een gemeenschappelijk analytisch kader op. Aan de hand daarvan kunnen ze de bestendigheid van EU-banken tegen landspecifieke economische schokken beoordelen en met elkaar vergelijken.
De ECB gebruikt de uitkomsten van de stresstest bij de beoordeling van de Pijler 2-kapitaalbehoefte van individuele banken in het kader van de SREP (Supervisory Review and Evaluation Process – procedure voor prudentiële toetsing en evaluatie). De kwalitatieve uitkomsten worden gebruikt in het risicogovernancegedeelte van de SREP, en zijn daarom mede van invloed op de vaststelling van Pijler 2-vereisten (P2R). De kwantitatieve uitkomsten vormen een belangrijke input bij het vaststellen van de Pijler 2-aanbevelingen (Pillar 2 Guidance – P2G) en, voor het eerst, de P2G-hefboomratio.
Doel van de stresstest is versterking van de marktdiscipline door op het niveau van de individuele banken consistente en gedetailleerde informatie te publiceren waaruit blijkt hoe gemeenschappelijke schokken doorwerken in de bankbalansen. Stresstests door de toezichthouder zijn geen vervanging van de interne stresstests van banken op basis van scenario’s die zijn toegesneden op hun specifieke risicoprofielen en kwetsbaarheden.
Hoe vindt de selectie van banken uit het eurogebied voor de EU-brede stresstest en de gelijktijdige stresstest van de ECB plaats?
De steekproef van banken die deelnemen aan de door de Europese Bankautoriteit (EBA) gecoördineerde EU-brede stresstest wordt zo samengesteld dat ongeveer 75% van de bankactiva in het eurogebied eronder valt. Alleen banken met ten minste € 30 miljard aan activa komen voor deelname in aanmerking. Banken met specifieke bedrijfsmodellen kunnen echter worden uitgesloten als de methodiek van de EU-brede stresstest minder geschikt wordt geacht om hun schokbestendigheid en kapitaaltoereikendheid te beoordelen. De EBA-steekproef voor 2023 omvat in totaal 57 banken in het eurogebied die onder direct ECB-toezicht staan.
Bij onder direct toezicht staande banken die kleiner zijn en dus buiten de EBA-steekproef vallen, voert de ECB tegelijkertijd een eigen stresstest uit. Daaraan nemen in 2023 42 banken deel.
Sommige onder direct toezicht staande banken nemen aan geen van beide stresstests deel. Dit is bijvoorbeeld het geval bij dochterondernemingen of bijkantoren van niet-SSM-banken die deelnemen aan de EU-brede stresstest. Een andere reden voor uitsluiting kan zijn dat een bank momenteel een herstructurering ondergaat of onderdeel vormt van een fusie of overname.
Wanneer worden de uitkomsten van de stresstest bekendgemaakt en welke informatie wordt gepubliceerd?
De uitkomsten van de stresstest worden eind juli 2023 gepubliceerd.
De Europese Bankautoriteit (EBA) publiceert gedetailleerde uitkomsten van de afzonderlijke banken die aan de EU-brede stresstest deelnemen.
De ECB publiceert geaggregeerde uitkomsten en geselecteerde bankspecifieke informatie van de banken die deelnemen aan de gelijktijdige SSM-stresstest. Omdat deze banken kleiner zijn dan die welke deelnemen aan de EU-brede stresstest, wordt bij de publicatie van de testresultaten het evenredigheidsbeginsel in acht genomen.
Wat doet de ECB met banken die in het ongunstige scenario een (ernstig) tekort vertonen?
Bij de stresstest van 2023 gaat het, overigens net als in voorgaande jaren, niet om ‘slagen of zakken’. Er is daarom geen sprake van een ‘tekort’ in de gebruikelijke betekenis van het woord. Wel levert de stresstest belangrijke input voor de SREP van een bank. In de praktijk betekent dit dat de uitkomsten van de stresstest (met name de kapitaalafname) worden gebruikt als uitgangspunt voor het vaststellen van de P2G (zoals bedoeld in de EBA-richtsnoeren inzake de SREP en stresstests door de toezichthouder).
In lijn met deze benadering moeten banken met een (ernstige) kapitaalafname bij het ongunstige scenario in het algemeen rekening houden met een hogere P2G dan banken met een beter resultaat.
Ernstige kapitaalafname kan bijzondere risico's aan het licht brengen bij bepaalde bedrijfsactiviteiten. In zo'n geval gebruiken de gezamenlijk toezichthoudende teams (Joint Supervisory Teams – JST’s) die informatie om deze risico's met gerichte toezichtsacties op te volgen. Waar nodig moeten er maatregelen worden getroffen om het deugdelijk beheer van die risico's te waarborgen.
Hoe worden de uitkomsten van de stresstest bij de SREP gebruikt?
De resultaten van de stresstest spelen zowel kwalitatief als kwantitatief een rol in de SREP.
1. Kwalitatieve uitkomsten
- De stresstest biedt toezichthouders veel informatie over de risico’s en kwetsbaarheden van een bank en haar vermogen risico’s te beheersen. Bij de beoordeling van de interne governance en het risicomanagement van een bank in het kader van de SREP houden de JST’s rekening met verschillende aspecten, wat uiteindelijk van invloed is op de wijze waarop de P2R wordt berekend. Tot die aspecten behoren bijvoorbeeld de tijdigheid en juistheid van de gegevens en de kwaliteit van de ontvangen informatie. Evenzo moeten op IT-gegevens gebaseerde kwantitatieve cijfers de JST’s meetbare criteria bieden om de prestatie van een bank te beoordelen aan de hand van scores op vier niveaus. Gedurende de hele stresstest wordt gemeten of banken in staat zijn aan de datavereisten te voldoen en hoe soepel ze reageren. Tijdens de kwaliteitsborgingscycli van de stresstest voeren de JST’s daarnaast een kwalitatieve beoordeling uit van de door de banken geleverde prestatie.
2. Kwantitatieve uitkomsten
- Bij de methodiek voor de bepaling van de P2G wordt gewerkt met een tweestappenbenadering. In stap 1 wordt de bank in een bepaalde categorie ingedeeld op basis van haar maximale CET1-afname bij de stresstest. Die categorieën zijn ontwikkeld op basis van recente ervaringen met het toezicht, de SSM-risicotolerantie en de zwaarte van de stresstest. In stap 2 stellen de JST’s op basis van hun deskundige oordeelsvermogen de P2G af op het eigen profiel van elke instelling. De JST’s kunnen zo'n aanpassing doen binnen de bandbreedte van de betreffende categorie en in uitzonderlijke gevallen ook daarbuiten.
- Om het risico van buitensporige hefboomwerking aan te pakken zal de ECB bij de SREP van 2023 voor het eerst een nieuwe methodiek voor het bepalen van de P2G toepassen. Die moet ervoor zorgen dat het eigen vermogen van een bank groot genoeg is om potentiële verliezen in verband met stressscenario’s op te vangen. Om de P2G-hefboomratio vast te stellen neemt de ECB de projecties voor de hefboomratio uit het ongunstige scenario van de stresstest als uitgangspunt, waarna de hierboven voor de P2G beschreven tweestappenbenadering wordt gevolgd.