ABoR | Administratieve Raad voor Toetsing |
(Waarschijnlijk) faillerend (failing or likely to fail – FOLTF) | er zijn vier redenen waarom een bank kan worden aangemerkt als (waarschijnlijk) faillerend: (i) ze voldoet niet langer aan de vereisten om een vergunning te verkrijgen van de toezichthouder; (ii) ze heeft meer passiva dan activa; (iii) ze is niet in staat om haar schulden te betalen wanneer deze opeisbaar worden; (iv) ze heeft buitengewone openbare financiële steun nodig. Om een bank als (waarschijnlijk) faillerend aan te merken, moet aan een van de bovenstaande voorwaarden zijn voldaan of moet het waarschijnlijk zijn dat hieraan zal worden voldaan. |
Afwikkelingsplan | in tegenstelling tot herstelplannen worden afwikkelingsplannen niet ontwikkeld door de banken maar opgesteld en regelmatig bijgewerkt door de SRB en de nationale afwikkelingsautoriteiten. Een afwikkelingsplan omvat een uitgebreide beschrijving van geloofwaardige en haalbare afwikkelingsmaatregelen die ten uitvoer kunnen worden gelegd conform het SRM als een bank voldoet aan alle afwikkelingsvoorwaarden. Dit plan legt demaatregelen en het proces vast om een bank op ordelijke wijze af te wikkelen, waarbij de continuïteit van haar kritieke functies wordt gewaarborgd. |
Alomvattende beoordeling | financiële gezondheidscontroles die de ECB moet uitvoeren alvorens ze het rechtstreeks toezicht op een kredietinstelling op zich kan nemen. Alomvattende beoordelingen helpen ervoor te zorgen dat de banken voldoende kapitaal aanhouden en mogelijke financiële schokken kunnen opvangen. Deze beoordeling omvat een activakwaliteitsbeoordeling en een stresstest. |
AML | Bestrijding van het witwassen van geld |
Bankenunie | een van de bouwstenen voor de voltooiing van de Economische en Monetaire Unie, bestaand uit een geïntegreerd financieel kader met een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme, een gemeenschappelijk mechanisme voor de afwikkeling van banken en een single rulebook (gemeenschappelijk reglement), met name inzake geharmoniseerde depositogarantiestelsels, die zich tot een gemeenschappelijk Europees depositogarantiestelsel zouden kunnen ontwikkelen. |
Bazel III | een uitgebreide reeks hervormingsmaatregelen die werd ontwikkeld door het Bazels Comité voor Bankentoezicht als reactie op de financiële crisis van 2008. Bazel III bouwt voort op de regelgeving van Bazel II en heeft als doel de regelgeving voor, het toezicht op en het risicomanagement van de banksector te versterken. Deze maatregelen beogen de banksector weerbaarder te maken tegen schokken als gevolg van financiële en economische stress, het risicomanagement en de governance te verbeteren en de transparantie en berichtgeving van de banken te versterken. |
Bazels Comité voor Bankentoezicht (Basel Committee on Banking Supervision – BCBS) | de voornaamste instelling die op mondiaal niveau standaarden voor bancaire prudentiële regelgeving opstelt en uitgeeft, en een forum voor samenwerking op het gebied van bankentoezicht. Het heeft als opdracht de regelgeving voor, het toezicht op en de praktijken van banken wereldwijd te versterken, teneinde de financiële stabiliteit te bevorderen. De ledenlijst van het BCBS omvat organisaties die bevoegd zijn voor het rechtstreeks toezicht op de banken, evenals centrale banken. |
bbp | Bruto binnenlands product |
BCBS | Bazels Comité voor Bankentoezicht |
BCP's | Bazelse kernbeginselen |
Belangrijke instelling (significant institution – SI) | de criteria om te bepalen of een bank als belangrijk wordt beschouwd – en dus onder het rechtstreeks toezicht van de ECB staat – worden vastgelegd in de SSM-Verordening en de SSM-Kaderverordening. Banken moeten aan ten minste één van deze criteria voldoen om als belangrijk te worden beschouwd. Ongeacht of aan de criteria wordt voldaan, kan het SSM een instelling als belangrijk aanmerken teneinde te waarborgen dat hoge toezichtsnormen consequent worden toegepast. In totaal ziet de ECB rechtstreeks toe op 119 belangrijke bankgroepen. |
Beoordeling van de deskundigheid en betrouwbaarheid | de toezichthouders beoordelen de deskundigheid en betrouwbaarheid van kandidaten voor de leidinggevende organen in banken. De ECB neemt dergelijke deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten voor de bestuurders van de 119 grootste banken in het eurogebied. De besluiten voor de minder belangrijke instellingen worden genomen door de nationale toezichthouders, tenzij er een nieuwe bankvergunning wordt toegekend. |
BRM | Mechanisme voor de melding van schendingen |
BRRD | Richtlijn herstel en afwikkeling van banken |
CCyB | Anticyclische kapitaalbuffers |
CET1 | Tier 1-kernkapitaal |
CFT | Bestrijding van terrorismefinanciering |
CGO | Bureau Naleving en Governance |
COI | Afdeling Gecentraliseerde Inspecties ter plaatse |
COREP | Gemeenschappelijke rapportage |
CRD | Richtlijn kapitaalvereisten |
CRR | Verordening kapitaalvereisten |
CSSF | Commission de Surveillance du Secteur Financier |
EBA | Europese Bankautoriteit |
ECB | Europese Centrale Bank |
ESCB | Europees Stelsel van Centrale Banken |
ESCB/IO | Europees stelsel van centrale banken en internationale organisaties |
ESMA | Europese Autoriteit voor Effecten en Markten |
ESRB | Europees Comité voor Systeemrisico’s |
EUCLID | Gecentraliseerde Europese infrastructuur voor toezichtsgegevens |
Europese Bankautoriteit (European Banking Authority – EBA) | een onafhankelijke EU-autoriteit die op 1 januari 2011 werd opgericht als onderdeel van het Europees Systeem voor Financieel Toezicht, met als doel een effectief en consistent niveau van prudentiële regelgeving en prudentieel toezicht in de banksector van de EU te waarborgen. De hoofdtaak van de EBA bestaat erin bij te dragen tot de totstandkoming van het single rulebook voor banken in Europa, waarmee gestreefd wordt naar gemeenschappelijke, geharmoniseerde prudentiële regels voor de gehele EU. |
FCMC | Financial and Capital Market Commission |
FinCEN | Financial Crimes Enforcement Network |
FINREP | Financiële rapportage |
FMI | Financiëlemarktinfrastructuren |
FOLTF | (waarschijnlijk) faillerend |
FSAP | Financial Sector Assessment Program |
FSB | Raad voor Financiële Stabiliteit |
FTE | Full-time equivalent |
Geen-bezwaarprocedure | een standaard besluitvormingsproces dat bij de SSM-Verordening werd vastgelegd voor de toezichtswerkzaamheden van de ECB. De Raad van Toezicht van de ECB stelt ontwerpbesluiten op, die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur van de ECB. Besluiten worden geacht te zijn aangenomen indien de Raad van Bestuur geen bezwaar maakt binnen een vastgestelde termijn van maximaal tien werkdagen. |
Gekwalificeerde deelneming | een deelneming in een kredietinstelling die ten minste 10% van het kapitaal of van de stemrechten vertegenwoordigt, of die het mogelijk maakt aanzienlijke invloed uit te oefenen op het beleid van deze kredietinstelling. |
Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (Single Supervisory Mechanism – SSM) | een mechanisme dat bestaat uit de ECB en de NCA’s van de deelnemende lidstaten en dat de uitvoering van de aan de ECB toevertrouwde toezichtstaken beoogt. De ECB is verantwoordelijk voor de effectieve en consistente werking van dit mechanisme, dat deel uitmaakt van de Europese bankenunie. |
Gemeenschappelijke procedures | procedures die van toepassing zijn op zowel SI’s als LSI’s. Gemeenschappelijke procedures stellen de ECB in staat het Europese single rulebook consistent toe te passen. Voorbeelden van gemeenschappelijke procedures zijn: toekenning van een bankvergunning aan een nieuwe instelling of uitbreiding van een oorspronkelijke vergunning; toestemming voor een verwerving van een deelneming in een bestaande instelling; intrekking van een bankvergunning. |
Gezamenlijk toezichthoudend team (joint supervisory team – JST) | een team van toezichthouders dat is samengesteld uit ECB- en NCA-medewerkers en dat is belast met het toezicht op een belangrijke onder toezicht staande entiteit of groep. |
G-SIB | Mondiaal systeemrelevante bank |
G-SII | Mondiaal systeemrelevante instelling |
Herstelplan | banken moeten herstelplannen opstellen om voorbereid te zijn op mogelijke financiële moeilijkheden en om hun levensvatbaarheid tijdig te herstellen in perioden van financiële onrust. De kern van het herstelplan is een breed scala van geloofwaardige en haalbare herstelmaatregelen om de levensvatbaarheid te herstellen, bijvoorbeeld door de kapitaal- of liquiditeitssituatie te verbeteren. |
HvJ-EU | Hof van Justitie van de Europese Unie |
ICAAP | Intern beoordelingsproces van de kapitaaltoereikendheid |
IFRS | Internationale standaarden voor financiële verslaglegging |
ILAAP | Intern beoordelingsproces van de liquiditeitstoereikendheid |
IMAS | Informatiemanagementsysteem voor het SSM |
Intern beoordelingsproces van de kapitaaltoereikendheid (internal capital adequacy assessment process – ICAAP) | dit proces omvat de strategieën en processen die door de banken worden gebruikt voor de doorlopende beoordeling en handhaving van de hoogte, samenstelling en verdeling van het interne kapitaal dat zij voldoende achten om de aard en omvang te dekken van de risico's waaraan zij blootgesteld zijn of zouden kunnen worden. Het ICAAP wordt door de bevoegde autoriteiten getoetst in het kader van de SREP. |
Intern beoordelingsproces van de liquiditeitstoereikendheid (internal liquidity adequacy assessment process – ILAAP) | dit proces omvat de strategieën, beleidslijnen, procedures en systemen die door de banken worden gebruikt voor het detecteren, meten, beheren en bewaken van liquiditeitsrisico over een passende reeks tijdshorizonten, waaronder intra-day, teneinde ervoor te zorgen dat de instellingen voldoende liquiditeitsbuffers aanhouden. Het ILAAP wordt door de bevoegde autoriteiten getoetst in het kader van de SREP. |
Intern model | elke bij de berekening van de eigenvermogensvereisten toegepaste benadering op basis van risicometing en risicomanagement die eigen is aan een kredietinstelling en waarvoor voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit is vereist, in overeenstemming met Deel Drie van de CRR. |
IPS | Institutioneel protectiestelsel |
IRRBB | Renterisico (op de investeringsportefeuille) |
IRT | Intern afwikkelingsteam |
ITS | Technische uitvoeringsnormen |
JSS | Gemeenschappelijke toezichtsnormen |
JST | Gezamenlijk toezichthoudend team |
LCR | Liquiditeitsdekkingsratio |
LSI | Minder belangrijke instelling |
MEP | Lid van het Europees Parlement |
Minder belangrijke instelling (less significant institution – LSI) | een instelling die onder het rechtstreeks toezicht van de NCA’s en het indirect toezicht van de ECB staat. Belangrijke instellingen staan daarentegen onder het rechtstreeks toezicht van de ECB. |
Minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva (minimum requirement for own funds and eligible liabilities – MREL) | een vereiste voor alle kredietinstellingen in de EU waarmee wordt beoogd de kredietinstellingen in staat te stellen verliezen op te vangen indien ze zouden falen. Het MREL werd door de Europese Commissie gepubliceerd in de Richtlijn herstel en afwikkeling van banken (Bank Recovery and Resolution Directive – BRRD). Dit vereiste heeft hetzelfde doel als het TLAC-vereiste. De door het MREL voorgeschreven specifieke kapitaalvereisten worden echter op een andere wijze berekend, volgens criteria die door de EBA zijn bepaald. |
MMSR | Geldmarktstatistieken |
MoU | Memorandum van overeenstemming |
MREL | Minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva |
Nationaal bevoegde autoriteit (national competent authority – NCA) | een overheidsinstantie of bij nationale wet erkend orgaan dat naar nationaal recht bevoegd is om, in het kader van het in de betrokken lidstaat geldende toezichtsstelsel, toezicht te houden op instellingen. |
NCA | Nationale bevoegde autoriteit |
Niet-renderende leningen (non-performing loans – NPL's) | krachtens lid 145 van bijlage V bij de technische uitvoeringsnormen van EBA inzake toezichtsrapportage zijn dit leningen die voldoen aan één of beide van de volgende criteria: (a) materiële blootstellingen die meer dan 90 dagen achterstallig zijn; (b) het wordt onwaarschijnlijk geacht dat de debiteur zijn kredietverplichtingen volledig zal nakomen zonder onderpand te gelde te maken, ongeacht het bestaan van enig achterstallig bedrag en ongeacht het aantal achterstallige dagen. |
NPL | Niet-renderende lening |
NRA | Nationale afwikkelingsautoriteit |
ORC | Totale herstelcapaciteit |
OSI | Inspectie ter plaatse |
O-SII | Andere systeemrelevante instelling |
Paspoortprocedures | procedures inzake de vrijheid van vestiging en de vrijheid om diensten te verlenen in andere lidstaten voor alle kredietinstellingen waaraan door de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat een vergunning is verleend en die onder toezicht van deze autoriteiten staan, op voorwaarde dat deze activiteiten onder de vergunning vallen (zoals wordt geregeld in de artikelen 33 tot en met 46 van CRD IV). |
Procedure voor prudentiële toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process – SREP) | de procedure die richting geeft aan de prudentiële toetsing van belangrijke en minder belangrijke kredietinstellingen en waarmee wordt bepaald of er (bovenop de minimumvereisten) eventueel extra vereisten moeten worden opgelegd voor het eigen vermogen, de verslaggeving of de liquiditeit, of dat er andere toezichtsmaatregelen moeten worden genomen. |
Programma voor onderzoek door de toezichthouder (supervisory examination programme – SEP) | voor elke belangrijke bank stelt het JST een programma voor onderzoek door de toezichthouder op, waarin de belangrijkste toezichtstaken en -werkzaamheden voor de komende twaalf maanden worden vastgelegd, evenals de voorlopige tijdschema's en doelstellingen en de behoefte aan inspecties ter plaatse en onderzoek van interne modellen. |
Raad voor Financiële Stabiliteit (Financial Stability Board – FSB) | een internationaal orgaan dat internationale financiële stabiliteit bevordert door nationale financiële autoriteiten en internationale normalisatie-instanties te coördineren bij hun streven naar de ontwikkeling van een stevig regelgevings- en toezichtsbeleid en andere beleidslijnen voor de financiële sector. De Raad versterkt het gelijk speelveld door een consistente tenuitvoerlegging van deze beleidslijnen in de verschillende sectoren en rechtsgebieden te bevorderen. |
RTS | Technische reguleringsnormen |
RWA | Risicogewogen activa |
SEP | Programma voor onderzoek door de toezichthouder |
SI | Belangrijke instelling |
SQA | Toezichtsgebonden Kwaliteitsborging |
SRB | Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad |
SREP | Procedure voor prudentiële toetsing en evaluatie |
SRMR | Verordening inzake het Gemeenschappelijk Afwikkelingsmechanisme |
SSG | SSM Simplification Group |
SSM | Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme |
SSM-Kaderverordening | het wetgevend kader waarin de praktische regels worden gegeven voor de samenwerking tussen de ECB en de nationale bevoegde autoriteiten binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme, zoals bedoeld in de SSM-Verordening. |
SSM-Verordening | de rechtshandeling die voorziet in de oprichting van een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme voor kredietinstellingen in het eurogebied, en eventueel in andere EU-lidstaten, als een van de belangrijkste onderdelen van de Europese bankenunie. De SSM-Verordening draagt aan de ECB specifieke beleidsmatige taken op inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen. |
TRIM | Gerichte toetsing van interne modellen |
Verordening en Richtlijn Kapitaalvereisten (Capital Requirements Regulation and Directive – CRR/CRD IV) | Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (CRR) en Richtlijn 2013/36/EU betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (CRD IV). Gezamenlijk worden ze vaak CRD IV genoemd. |