EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02017D0016-20180216

Consolidated text: Besluit (EU) 2017/936 van de Europese Centrale Bank van 23 mei 2017 houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten (ECB/2017/16)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/936/2018-02-16

02017D0016 — NL — 16.02.2018 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT (EU) 2017/936 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 23 mei 2017

houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten (ECB/2017/16)

(PB L 141 van 1.6.2017, blz. 26)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

BESLUIT (EU) 2018/228 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 13 februari 2018

  L 43

18

16.2.2018




▼B

BESLUIT (EU) 2017/936 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 23 mei 2017

houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten (ECB/2017/16)



▼M1

Artikel 1

Gelegeerde deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten

Gedelegeerde besluiten krachtens artikel 2 van Besluit (EU) 2017/935 (ECB/2016/42) worden vastgesteld door de voor deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten verantwoordelijke directeur-generaal, of plaatsvervangend directeur-generaal, van het directoraat-generaal Secretariaat bij de raad van toezicht, of, bij hun ontstentenis, door het hoofd van de afdeling Autorisatie, en een van de volgende hoofden van arbeidseenheden:

a) de directeur-generaal van het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht I, indien toezicht op de betrokken onder toezicht staande entiteit of groep wordt uitgeoefend door het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht I;

b) de directeur-generaal van het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht II, indien toezicht op de betrokken onder toezicht staande entiteit of groep wordt uitgeoefend door het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht II, of

c) bij ontstentenis van een directeur-generaal, hun plaatsvervangend directeur-generaal.

▼B

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Top